Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XII. Valsheid met geschriften, gegevens en biometrische kenmerken
Artikel 235

Artikel 235 (Ontzetting beroep rechten valsheid misdrijven)

Laatste versie

1. Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.

2. Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 225 tot en met 232 en artikel 234 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.

Dit betekent dat indien een persoon wordt veroordeeld wegens een van de in deze titel omschreven misdrijven, de schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.

2. Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 225 tot en met 232 en artikel 234 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.

Dit houdt in dat bij een veroordeling wegens een van de in de artikelen 225 tot en met 232 en artikel 234 omschreven misdrijven, ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.