Artikel 231a (Valsheid met biometrische identiteitskenmerken)
1. Hij die biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens valselijk opmaakt of vervalst met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of te doen gebruiken in gevallen waarin die kenmerken of persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, teneinde zijn identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te verhelen of misbruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in gevallen waarin biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, opzettelijk gebruik maakt van valse of vervalste biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens als waren deze echt en onvervalst met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te misbruiken of opzettelijk gebruik maakt van biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens van een ander met het oogmerk om de verdenking van een strafbaar feit op de ander of niet op hem te doen ontstaan.
3. Artikel 225, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens valselijk opmaakt of vervalst met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of te doen gebruiken in gevallen waarin die kenmerken of persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, teneinde zijn identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te verhelen of misbruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit lid stelt strafbaar de persoon die biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens valselijk opmaakt of vervalst. Dit moet gebeuren met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of te doen gebruiken. Deze (beoogde) gebruikssituatie is specifiek in gevallen waarin die kenmerken of persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit. Het uiteindelijke doel (teneinde) moet zijn om zijn identiteit te verhelen (verbergen) of de identiteit van een ander te verhelen (verbergen) of te misbruiken. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in gevallen waarin biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, opzettelijk gebruik maakt van valse of vervalste biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens als waren deze echt en onvervalst met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te misbruiken of opzettelijk gebruik maakt van biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens van een ander met het oogmerk om de verdenking van een strafbaar feit op de ander of niet op hem te doen ontstaan.
Dit lid stelt dat dezelfde straf (als genoemd in lid 1) wordt opgelegd aan de persoon die, in situaties waar biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, een van twee specifieke handelingen verricht. De eerste handeling is het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens alsof deze echt en onvervalst zijn, en dit met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen (verbergen) of de identiteit van een ander te misbruiken. De tweede handeling is het opzettelijk gebruik maken van biometrische kenmerken of biometrische persoonsgegevens van een ander, en dit met het oogmerk om de verdenking van een strafbaar feit op die ander te doen ontstaan, of juist niet op hemzelf te doen ontstaan.
3. Artikel 225, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat het derde lid van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht op eenzelfde manier (van overeenkomstige toepassing) geldt voor de situaties beschreven in dit artikel (artikel 231a).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBGEL:2025:5834 - Rechtbank Gelderland - 15 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1992 - Hof straft zwaar ronselen katvangers voor witwassen en identiteitsfraude - 23 september 2025
Het Gerechtshof Den Haag veroordeelt een verdachte voor het medeplegen van identiteitsfraude, computervredebreuk en gewoontewitwassen door het ronselen van 17 katvangers. De professionele rol in het wegsluizen van crimineel geld rechtvaardigt een zware straf, waarbij het hof niet aansluit bij de LOVS-oriëntatiepunten voor fraude.
ECLI:NL:GHDHA:2025:1993 - Hof Den Haag: Zwaardere straf voor ronselen katvangers en gewoontewitwassen - 23 september 2025
Het hof veroordeelt een verdachte voor het medeplegen van identiteitsfraude, computervredebreuk en gewoontewitwassen. Zijn rol bij het werven van 17 kwetsbare katvangers voor een professionele criminele organisatie, de maatschappelijke impact van online fraude en zijn justitiële documentatie rechtvaardigen een zwaardere straf dan door de rechtbank opgelegd.