Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XII. Valsheid met geschriften, gegevens en biometrische kenmerken
Artikel 226

Artikel 226 (Valsheid in specifieke geschriften en gebruik)

Laatste versie

1. De schuldige aan valsheid in geschrift wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij gepleegd is:

1°. in authentieke akten; 2°. in schuldbrieven of certificaten van schuld van enige staat, enige provincie, gemeente of openbare instelling; 3°. in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld van enige vereniging, stichting of vennootschap; 4°. in talons, dividend- of rentebewijzen behorende tot een der onder de beide voorgaande nummers omschreven stukken, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven; 5°. in krediet- of handelspapier.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in het eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst, dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.

Uitleg in duidelijke taal

1. De schuldige aan valsheid in geschrift wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij gepleegd is:

Dit lid bepaalt dat de persoon die schuldig is aan valsheid in geschrift, een straf krijgt. Deze straf is een gevangenisstraf van maximaal zeven jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Deze straf wordt opgelegd als de valsheid in geschrift is gepleegd in de hierna genoemde gevallen:

1°. in authentieke akten;

Dit betekent dat de genoemde straf van toepassing is indien de valsheid is gepleegd in authentieke akten.

2°. in schuldbrieven of certificaten van schuld van enige staat, enige provincie, gemeente of openbare instelling;

Dit betekent dat de genoemde straf van toepassing is indien de valsheid is gepleegd in schuldbrieven of certificaten van schuld die zijn uitgegeven door een staat, enige provincie, gemeente of openbare instelling.

3°. in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld van enige vereniging, stichting of vennootschap;

Dit betekent dat de genoemde straf van toepassing is indien de valsheid is gepleegd in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld die zijn uitgegeven door een vereniging, stichting of vennootschap.

4°. in talons, dividend- of rentebewijzen behorende tot een der onder de beide voorgaande nummers omschreven stukken, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven;

Dit betekent dat de genoemde straf van toepassing is indien de valsheid is gepleegd in talons, dividend- of rentebewijzen die behoren tot de stukken omschreven onder de nummers 2° en 3°, of in bewijzen die in plaats van deze stukken zijn uitgegeven.

5°. in krediet- of handelspapier.

Dit betekent dat de genoemde straf van toepassing is indien de valsheid is gepleegd in krediet- of handelspapier.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in het eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst, dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.

Dit lid bepaalt dat een persoon met dezelfde straf (zoals bedoeld in het eerste lid) wordt gestraft als deze persoon een van de volgende handelingen verricht:

  • Opzettelijk gebruikmaakt van een vals of vervalst geschrift (zoals genoemd in het eerste lid) alsof het echt en onvervalst is.
  • Óf opzettelijk zo'n vals of vervalst geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert, verkoopt, of overdraagt. Dit is strafbaar als de persoon weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het geschrift bestemd is voor het gebruik alsof het echt en onvervalst is.