Artikel 861 (Afgifte door bewaarder bij gerechtelijke bewaring)
1. In geval van een gerechtelijke bewaring die haar grond vindt in een beslag tot verhaal van een geldvordering, geeft de bewaarder het in bewaring gestelde op verzoek van de deurwaarder die met de executoriale verkoop is belast, tijdig aan deze af.
2. Is een zaak in bewaring gesteld in afwachting van de beslissing wie op afgifte daarvan recht heeft, dan geeft de bewaarder haar af aan degene aan wie zij krachtens een in kracht van gewijsde gegane of uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beslissing toekomt.
Uitleg in duidelijke taal
1. In geval van een gerechtelijke bewaring die haar grond vindt in een beslag tot verhaal van een geldvordering, geeft de bewaarder het in bewaring gestelde op verzoek van de deurwaarder die met de executoriale verkoop is belast, tijdig aan deze af.
Dit betekent letterlijk: Wanneer sprake is van een gerechtelijke bewaring die haar oorzaak vindt in een beslag tot verhaal van een geldvordering, dan dient de bewaarder de goederen of zaken die in bewaring gesteld zijn, op verzoek van de deurwaarder die belast is met de executoriale verkoop, tijdig aan deze af te geven.
2. Is een zaak in bewaring gesteld in afwachting van de beslissing wie op afgifte daarvan recht heeft, dan geeft de bewaarder haar af aan degene aan wie zij krachtens een in kracht van gewijsde gegane of uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beslissing toekomt.
Dit betekent letterlijk: Als een zaak in bewaring is gesteld terwijl wordt gewacht op de beslissing wie recht heeft op afgifte van die zaak, dan geeft de bewaarder de zaak af aan de persoon aan wie deze toekomt op basis van een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan (wat betekent dat er geen gewone rechtsmiddelen meer tegen openstaan) of die uitvoerbaar bij voorraad is verklaard (wat betekent dat de beslissing direct uitgevoerd mag worden, ook al loopt er mogelijk nog een hoger beroep).