Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Eerste afdeling. Algemene bepalingen
Artikel 80

Artikel 80 (Vertegenwoordiging door gemachtigde en woonplaatskeuze)

Laatste versie

1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, kunnen zij zich laten bijstaan of zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.

2. De kantonrechter kan van een gemachtigde overlegging van een schriftelijke volmacht verlangen.

3. Het tweede lid is niet van toepassing op advocaten en deurwaarders.

4. Partijen worden geacht tot aan het eindvonnis bij de gemachtigde woonplaats te hebben gekozen, tenzij zij hebben verklaard een andere woonplaats te hebben gekozen.

Uitleg in duidelijke taal

1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, kunnen zij zich laten bijstaan of zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.

Dit betekent letterlijk: in juridische procedures (zaken) waarin partijen zelfstandig, dus zonder verplichte advocaat (in persoon), mogen optreden (procederen), hebben deze partijen de mogelijkheid om hulp te krijgen (zich laten bijstaan) of om namens hen te laten optreden door een daartoe bevoegd persoon (zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen).

2. De kantonrechter kan van een gemachtigde overlegging van een schriftelijke volmacht verlangen.

Dit betekent letterlijk: de kantonrechter heeft de bevoegdheid om van een gemachtigde te eisen (verlangen) dat deze een schriftelijk bewijs van zijn machtiging (schriftelijke volmacht) toont (overlegging).

3. Het tweede lid is niet van toepassing op advocaten en deurwaarders.

Dit betekent letterlijk: de regel uit het tweede lid, die stelt dat de kantonrechter een schriftelijke volmacht kan verlangen, geldt niet (is niet van toepassing) voor advocaten en deurwaarders.

4. Partijen worden geacht tot aan het eindvonnis bij de gemachtigde woonplaats te hebben gekozen, tenzij zij hebben verklaard een andere woonplaats te hebben gekozen.

Dit betekent letterlijk: er wordt vanuit gegaan (partijen worden geacht) dat partijen, tot het moment van de definitieve rechterlijke uitspraak (eindvonnis), hun officiële adres voor de procedure (woonplaats) hebben gekozen bij hun gemachtigde, behalve als zij uitdrukkelijk hebben aangegeven (verklaard) een ander adres als woonplaats te hebben gekozen.