Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Vijfde titel. Van lijfsdwang en de tenuitvoerlegging van lijfsdwang en van dwangsom
Derde afdeling. Van dwangsom
Artikel 611g

Artikel 611g (Verjaring en schorsing dwangsom)

Laatste versie

1. Een dwangsom verjaart door verloop van zes maanden na de dag waarop zij verbeurd is.

2. De verjaring wordt geschorst door faillissement, toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen en ieder ander wettelijk beletsel voor tenuitvoerlegging van de dwangsom.

3. De verjaring wordt ook geschorst zolang degene die de veroordeling verkreeg met het verbeuren van de dwangsom redelijkerwijze niet bekend kon zijn.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een dwangsom verjaart door verloop van zes maanden na de dag waarop zij verbeurd is.

Dit betekent dat een dwangsom niet langer kan worden opgeëist na het verstrijken van een periode van zes maanden, gerekend vanaf de dag waarop de dwangsom verschuldigd is geworden (verbeurd is).

2. De verjaring wordt geschorst door faillissement, toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen en ieder ander wettelijk beletsel voor tenuitvoerlegging van de dwangsom.

Dit houdt in dat de verjaringstermijn tijdelijk wordt onderbroken (geschorst) in geval van faillissement, wanneer de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, of als er sprake is van enig ander wettelijk obstakel (beletsel) dat de daadwerkelijke uitvoering (tenuitvoerlegging) van de dwangsom verhindert.

3. De verjaring wordt ook geschorst zolang degene die de veroordeling verkreeg met het verbeuren van de dwangsom redelijkerwijze niet bekend kon zijn.

Dit betekent eveneens dat de verjaringstermijn wordt opgeschort (geschorst) voor de duur dat de persoon die de gerechtelijke uitspraak (veroordeling) heeft verkregen, waarmee de dwangsom verschuldigd werd (verbeuren van de dwangsom), redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van het feit dat de dwangsom verbeurd was.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

7 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17161 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1716124 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2693 - Gerechtshof Amsterdam - 7 oktober 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:26937 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1464 - Centrale Raad van Beroep - 2 oktober 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:14642 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4120 - Raad van State - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:412027 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4881 - Rechtbank Oost-Brabant - 1 augustus 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:48811 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1896 - Gerechtshof Amsterdam - 22 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:189622 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4136 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:413616 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht