Artikel 475aa (Bankinformatie bij executoriaal derdenbeslag)
Indien de deurwaarder gerechtigd is tegen de schuldenaar beslag te leggen, is: a. een schuldenaar verplicht aan een deurwaarder desgevraagd op te geven bij welke bank de schuldenaar een betaal- of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht aanhoudt; en b. de deurwaarder bevoegd ten behoeve van het leggen van een beslag aan een bank te vragen of de schuldenaar bij de bank een betaal- of spaarrekening aanhoudt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. De bank beantwoordt deze vraag onverwijld en stelt de schuldenaar pas in kennis hierover als er beslag is gelegd.
Uitleg in duidelijke taal
Indien de deurwaarder gerechtigd is tegen de schuldenaar beslag te leggen, is:
Dit betekent dat wanneer een deurwaarder het recht heeft om beslag te leggen ten laste van de schuldenaar, het volgende van toepassing is:
a. een schuldenaar verplicht aan een deurwaarder desgevraagd op te geven welke bank geldmiddelen van hem onder zich heeft; en
Dit houdt in dat een schuldenaar, indien de deurwaarder hierom verzoekt (desgevraagd), verplicht is te specificeren bij welke bank hij zijn geldmiddelen aanhoudt; en
b. de deurwaarder bevoegd ten behoeve van het leggen van een beslag
Dit betekent dat de deurwaarder de bevoegdheid heeft met het doel om beslag te kunnen leggen
aan een bank te vragen of deze geldmiddelen van die schuldenaar onder zich heeft. De bank beantwoordt deze vraag onverwijld en stelt de schuldenaar pas in kennis hierover als er beslag is gelegd.
om aan een bank te informeren of deze bank geldmiddelen van de desbetreffende schuldenaar in beheer heeft. De bank dient deze vraag direct (onverwijld) te beantwoorden en mag de schuldenaar hierover pas informeren nadat het beslag daadwerkelijk is gelegd.