Artikel 474b (Medebeslag op baten uit effecten en rechten)
1. Nog niet aan de geëxecuteerde verantwoorde en afgedragen baten, die voortvloeien uit een recht aan toonder of order, een aandeel op naam of een effect op naam dat geen aandeel is, en die bestaan in geld of andere waarden, vallen mede onder het beslag en moeten aan de deurwaarder worden verantwoord en op zijn verlangen aan hem worden afgedragen, een en ander behoudens de rechten van derden die de executant moet eerbiedigen.
2. Aan de schuldenaar die de in het eerste lid bedoelde baten heeft uitgekeerd aan hem die zich door middel van het toonder- of orderpapier als gerechtigd tot die baten heeft gelegitimeerd, kan evenwel dit beslag niet worden tegengeworpen.
3. De artikelen 475i, eerste lid , 476 en 478 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Nog niet aan de geëxecuteerde verantwoorde en afgedragen baten, die voortvloeien uit een recht aan toonder of order, een aandeel op naam of een effect op naam dat geen aandeel is, en die bestaan in geld of andere waarden, vallen mede onder het beslag en moeten aan de deurwaarder worden verantwoord en op zijn verlangen aan hem worden afgedragen, een en ander behoudens de rechten van derden die de executant moet eerbiedigen.
Dit lid stelt dat opbrengsten (baten) die voortkomen uit specifieke waardepapieren (een recht aan toonder of order, een aandeel op naam of een effect op naam dat geen aandeel is) en die bestaan in geld of andere waarden, ook mede onder het beslag vallen. Dit geldt voor baten die nog niet zijn verantwoord aan en afgedragen aan de persoon tegen wie het beslag is gericht (de geëxecuteerde). Deze baten moeten aan de deurwaarder worden verantwoord en op zijn verlangen aan hem worden afgedragen. Dit alles gebeurt met respect voor (behoudens) de rechten van derden die de executant moet eerbiedigen.
2. Aan de schuldenaar die de in het eerste lid bedoelde baten heeft uitgekeerd aan hem die zich door middel van het toonder- of orderpapier als gerechtigd tot die baten heeft gelegitimeerd, kan evenwel dit beslag niet worden tegengeworpen.
Dit lid bepaalt dat dit beslag niet kan worden tegengeworpen aan de schuldenaar die de in het eerste lid bedoelde baten heeft uitgekeerd. Voorwaarde is dat deze uitkering is gedaan aan een persoon die zich door middel van het toonder- of orderpapier als gerechtigd tot die baten heeft gelegitimeerd.
3. De artikelen 475i , 476 en 478 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid stelt dat de artikelen 475i, 476 en 478 van overeenkomstige toepassing zijn. Dit betekent dat de bepalingen uit die genoemde artikelen op een vergelijkbare wijze gelden voor de onderwerpen die in dit artikel (474b) worden behandeld.