Artikel 232 (Algemene bepalingen tussenvonnis)
1. De rechter kan, voordat hij definitief over de zaak beslist, een tussenvonnis wijzen.
2. Van de artikelen 230 en 231, eerste lid, kan, voor zover nodig, worden afgeweken indien een tussenvonnis wordt gewezen ter beslissing op een incidentele vordering en de wederpartij te kennen geeft tegen toewijzing geen bezwaar te hebben.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan, voordat hij definitief over de zaak beslist, een tussenvonnis wijzen.
Dit betekent dat de rechter de bevoegdheid heeft om, alvorens een einduitspraak over de zaak te doen, een voorlopige uitspraak te geven, een zogenoemd tussenvonnis.
2. Van de artikelen 230 en 231, eerste lid, kan, voor zover nodig, worden afgeweken indien een tussenvonnis wordt gewezen ter beslissing op een incidentele vordering en de wederpartij te kennen geeft tegen toewijzing geen bezwaar te hebben.
Dit houdt in dat het toegestaan is om, indien de situatie dat vereist, af te wijken van de voorschriften in artikel 230 en artikel 231, eerste lid. Deze afwijking is mogelijk wanneer een tussenvonnis wordt uitgesproken specifiek om een beslissing te nemen over een incidentele vordering, en de tegenpartij (de wederpartij) expliciet aangeeft geen bezwaar te hebben tegen de toewijzing van die vordering.