Artikel 156a (Opmaken en verschaffen niet-schriftelijke onderhandse akten)
1. Onderhandse akten kunnen op een andere wijze dan bij geschrift worden opgemaakt op zodanige wijze dat het degene ten behoeve van wie de akte bewijs oplevert, in staat stelt om de inhoud van de akte op te slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte bestemd is te dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maakt.
2. Aan een wettelijke verplichting tot het verschaffen van een onderhandse akte kan alleen op een andere wijze dan bij geschrift worden voldaan met uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Een instemming ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens op het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Het in de eerste zin van dit lid bepaalde lijdt uitzondering indien de akte eveneens is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet moet worden verschaft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Onderhandse akten kunnen op een andere wijze dan bij geschrift worden opgemaakt op zodanige wijze dat het degene ten behoeve van wie de akte bewijs oplevert, in staat stelt om de inhoud van de akte op te slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte bestemd is te dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maakt.
Dit lid bepaalt dat onderhandse akten ook op een andere wijze dan bij geschrift (dus niet op papier) mogen worden opgemaakt. Dit moet gebeuren op zodanige wijze dat de persoon voor wie de akte bewijs oplevert (degene ten behoeve van wie de akte bewijs oplevert), de inhoud van de akte kan opslaan. De wijze van opslaan moet ervoor zorgen dat deze inhoud toegankelijk is voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte dient. Bovendien moet deze wijze van opslaan een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maken.
2. Aan een wettelijke verplichting tot het verschaffen van een onderhandse akte kan alleen op een andere wijze dan bij geschrift worden voldaan met uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Een instemming ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens op het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Het in de eerste zin van dit lid bepaalde lijdt uitzondering indien de akte eveneens is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet moet worden verschaft.
Dit lid stelt dat indien er een wettelijke verplichting bestaat tot het verschaffen van een onderhandse akte, hieraan alleen op een andere wijze dan bij geschrift kan worden voldaan met de uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Een dergelijke instemming geldt, zolang deze niet is herroepen, ook voor het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Op de regel in de eerste zin van dit lid bestaat een uitzondering: uitdrukkelijke instemming is niet vereist als de akte ook is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet moet worden verschaft.