Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. De waardebepaling
Artikel 17

Artikel 17

Laatste versie

1 Aan een onroerende zaak wordt een waarde toegekend.

2 De waarde wordt bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.

3 In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een onroerende zaak, voor zover die niet tot woning dient, en met uitzondering van onroerende zaken die zijn ingeschreven in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het tweede lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met:

a. de aard en de bestemming van de zaak;

b. de sedert de stichting van de zaak opgetreden technische en functionele veroudering, waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen.

4 In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het derde lid. Onder een gebouwd eigendom in aanbouw wordt verstaan een onroerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van die wet en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

5 In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom dat tot woning dient en deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 220d, eerste lid, onderdeel d, van de Gemeentewet bedoelde voorwaarden bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Gebouwde eigendommen die dienstbaar zijn aan de woning worden geacht deel uit te maken van die woning.

6 Met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, aanhef en onderdeel f , wordt de waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele onroerende zaak.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad713x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU4300

ECLI:NL:HR:2005:AU430014 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad509x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA8610

ECLI:NL:HR:2000:AA861029 november 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad182x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:571

ECLI:NL:HR:2024:57112 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad164x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AI0924

ECLI:NL:HR:2003:AI09248 augustus 2003Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad156x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2132

ECLI:NL:HR:2011:BP213228 januari 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad148x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1671

ECLI:NL:HR:2020:167123 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad146x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1776

ECLI:NL:HR:2015:177610 juli 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad111x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:113

ECLI:NL:HR:2016:11329 januari 2016Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad116x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:812

ECLI:NL:HR:2015:8123 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Vermogensbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad108x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:169

ECLI:NL:HR:2020:16931 januari 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak