Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Kredietinstellingen die in Nederland zijn gevestigd
Afdeling 1. Toegang tot het uitoefenen van het bedrijf van kredietinstelling
§ 3. Vergunningvereisten
Artikel 10

Artikel 10

Laatste versie

1 Het dagelijks beleid van een kredietinstelling dient door ten minste twee personen te worden bepaald.

2 De personen die het dagelijks beleid van een kredietinstelling bepalen, verrichten hun werkzaamheden in verband daarmee vanuit Nederland.

3 Een kredietinstelling, die een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is, dient een ten minste uit drie leden bestaande raad van commissarissen te hebben als bedoeld in de artikelen 140 onderscheidenlijk 250 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

4 Een kredietinstelling, die niet een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is, dient een ten minste uit drie leden bestaand orgaan te hebben dat een met die van een raad van commissarissen vergelijkbare taak heeft.

5 De Bank kan aan een kredietinstelling, die niet is een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarop artikel 158 of artikel 268 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, geheel of gedeeltelijk ontheffing van het in het derde of vierde lid bepaalde verlenen en aan deze ontheffing voorschriften verbinden.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2007]