Wet studiefinanciering 2000

De bedragen in onderstaande overzichten luiden per maand naar de maatstaf van 1 januari 2023 en voor overzicht 1, onderdeel B, en overzicht 2, onderdeel B, naar de maatstaf van 1 september 2023: | A. Beroepsonderwijs | |---| | Normbedrag thuiswonend | € 556,95 per 1 januari 2025: € 636,18 | | Normbedrag uitwonend | € 786,59 per 1 januari 2025: € 898,48 |

| B. Hoger onderwijs | |---| | Normbedrag thuiswonend | € 793,27 per 1 januari 2025: € 906,11 | | Normbedrag uitwonend | € 957,87 per 1 januari 2025: € 1.094,12 |

| A. Beroepsonderwijs | |---| | Basisbeurs (exclusief toeslag eenoudergezin) | | | thuiswonend | € 90,85 per 1 januari 2025: € 103,78 | | uitwonend | € 296,51 per 1 januari 2025: € 338,68 | | Basislening | | | thuis- en uitwonend | € 197,93 per 1 januari 2025: € 226,08 | | Maximale aanvullende beurs/lening of veronderstelde ouderlijke bijdrage1 | | | thuiswonend | € 268,17 per 1 januari 2025: € 306,32 | | uitwonend | € 292,15 per 1 januari 2025: € 333,72 |

1 Voor mbo-studenten die lesgeld verschuldigd zijn, wordt de maximale aanvullende beurs/lening ingevolge artikel 3.2, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 vanaf 1 januari 2023 verhoogd met € 103,25 per 1 januari 2025: € 118,25 en per 1 augustus 2023 met € 113,08 per 1 augustus 2025: € 121,50 per maand. | B. Hoger onderwijs | |---| | Basisbeurs (exclusief toeslag eenoudergezin) | | | thuiswonend | € 110,30 per 1 januari 2025: € 125,99 | | uitwonend | € 274,90 per 1 januari 2025: € 314,00 | | Basislening | | | thuis- en uitwonend | € 266,97 per 1 januari 2025: € 304,95 | | Maximale aanvullende beurs/lening of veronderstelde ouderlijke bijdrage | | | thuis- en uitwonend | € 416,00 per 1 januari 2025: € 475,17 |

| | Hoger onderwijs | Beroepsonderwijs | |---|---|---| | Toeslag eenoudergezin | € 277,13 per 1 januari 2025: € 316,55 | € 277,13 per 1 januari 2025: € 316,55 |