Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Rechtspraak
Afdeling 5. De Hoge Raad
Artikel 79

Artikel 79 (Vernietigingsgronden Hoge Raad en gewoonterecht)

Laatste versie

1. De Hoge Raad vernietigt handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen:

a. wegens verzuim van vormen voorzover de niet-inachtneming daarvan uitdrukkelijk met nietigheid is bedreigd of zodanige nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm; b. wegens schending van het recht met uitzondering van het recht van vreemde staten.

2. Feiten waaruit het gelden of niet gelden van een regel van gewoonterecht wordt afgeleid, worden voorzover zij bewijs behoeven, alleen op grond van de bestreden beslissing als vaststaande aangenomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De Hoge Raad vernietigt handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen:

Dit lid stelt dat de Hoge Raad de bevoegdheid heeft om specifieke juridische acties en uitspraken, zoals handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen, ongeldig te verklaren (te vernietigen) op basis van de hierna genoemde gronden.

a. wegens verzuim van vormen voorzover de niet-inachtneming daarvan uitdrukkelijk met nietigheid is bedreigd of zodanige nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm;

Dit betekent dat vernietiging plaatsvindt als er procedurele fouten (verzuim van vormen) zijn gemaakt. Dit geldt specifiek als de wet expliciet stelt dat het niet naleven van die vorm tot nietigheid leidt, of als de nietigheid logischerwijs volgt uit de aard van de genegeerde procedurele regel.

b. wegens schending van het recht met uitzondering van het recht van vreemde staten.

Dit houdt in dat vernietiging ook mogelijk is als het recht is geschonden. Een belangrijke uitzondering hierop is dat schending van het recht van buitenlandse staten geen grond voor vernietiging door de Hoge Raad is.

2. Feiten waaruit het gelden of niet gelden van een regel van gewoonterecht wordt afgeleid, worden voorzover zij bewijs behoeven, alleen op grond van de bestreden beslissing als vaststaande aangenomen.

Dit lid bepaalt dat feiten die relevant zijn voor de vaststelling of een regel van gewoonterecht van toepassing is, en die bewijs vereisen, uitsluitend als vaststaand worden beschouwd op basis van wat in de aangevochten (bestreden) rechterlijke beslissing daarover is vastgesteld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad873x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:79327 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.

Hoge Raad147x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1748 - FSV-arrest: Onrechtmatige controle Belastingdienst en gevolgen voor de belastingaanslag - 9 december 2021

ECLI:NL:HR:2021:17489 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Onrechtmatige gegevensverwerking door de Belastingdienst, zoals via de FSV-databank, leidt niet automatisch tot vernietiging van een correct berekende belastingaanslag. Alleen in uitzonderlijke gevallen van schending van een grondrecht, zoals het discriminatieverbod, kan de controle ontoelaatbaar zijn.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad134x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2015 - Vergunningplicht voor adviserende cliëntenremisier en gevolgen voor aansprakelijkheid bank - 1 september 2016

ECLI:NL:HR:2016:20151 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een cliëntenremisier die naast het aanbrengen van cliënten ook beleggingsadvies geeft, is vergunningplichtig onder de Wte 1995. Een bank die wist of behoorde te weten van dit adviseren en de cliënt toch accepteerde, handelt onrechtmatig, wat leidt tot een zwaardere schadevergoedingsplicht.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad115x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:678 - Uitleg CAO-begrip 'woning' voor arbeidsmigranten bij verafgelegen werk - 3 mei 2018

ECLI:NL:HR:2018:6783 mei 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad preciseert de CAO-norm: bij de uitleg van een CAO mogen geen andere stukken dan de CAO-tekst en bijbehorende toelichting worden gebruikt. Het begrip 'woning' in de CAO Bouwnijverheid duidt op de reguliere verblijfplaats tijdens het werk, wat ook een tijdelijke woning kan zijn.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad111x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:942 - Onrechtmatig verkregen bewijs en de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek van verzekeraars - 17 april 2014

ECLI:NL:HR:2014:94217 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Onrechtmatig verkregen bewijs door een verzekeraar, in strijd met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek, moet in een civiele procedure buiten beschouwing worden gelaten. Er is sprake van onrechtmatigheid als niet is voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, zoals wanneer alternatieve onderzoeksmethoden onvoldoende zijn benut.

Civiel RechtVerzekeringsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Informatierecht
Hoge Raad88x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU9889 - Uitleg hoofdzakelijkheidscriterium werkingssfeer CAO Metalektro: alle toerekenbare uren tellen mee - 23 februari 2012

ECLI:NL:HR:2012:BU988923 februari 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de uitleg van het 'hoofdzakelijkheidscriterium' in een CAO-werkingssfeerbepaling moeten niet alleen de uren van fysieke metaalbewerking worden meegeteld, maar ook de uren van ondersteunend personeel die redelijkerwijs aan die kernactiviteit kunnen worden toegerekend. De bewoordingen van de CAO staan hieraan niet in de weg.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE2376 - Hoge Raad - 30 mei 2002

ECLI:NL:HR:2002:AE237630 mei 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2837 - Uitleg 'investment' in Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen vreemde staten - 25 september 2014

ECLI:NL:HR:2014:283725 september 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter toetst de bevoegdheid van arbiters op basis van een Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen twee vreemde staten voluit. De uitleg van de bepalingen van zo'n BIT wordt echter als 'recht van vreemde staten' beschouwd en kan in cassatie slechts beperkt worden getoetst.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1064 - Toepassing experimenteel procesreglement en de eisen van een goede procesorde - 16 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:106416 april 2015Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een afwijkend, experimenteel procesreglement is rechtens geldig. Een goede procesorde vereist echter een belangenafweging bij een termijnoverschrijding. Strikte toepassing die leidt tot het definitief verliezen van toegang tot de appelrechter, moet worden afgewogen tegen de ernst van het verzuim, wat kan leiden tot een korte hersteltermijn.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1645 - Hoge Raad - 4 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:16454 november 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak