Artikel 77 (Bevoegdheid Hoge Raad jurisdictiegeschillen)
1. De Hoge Raad neemt in eerste aanleg, tevens in hoogste ressort, kennis van jurisdictiegeschillen tussen:
a. rechtbanken, tenzij artikel 61 van toepassing is; b. gerechtshoven; c. een gerechtshof en een rechtbank; d. een tot de rechterlijke macht behorend gerecht en een niet tot de rechterlijke macht behorend gerecht; e. bestuursrechters, tenzij een andere bestuursrechter daartoe bevoegd is.
2. Indien het jurisdictiegeschil is gerezen tussen de Hoge Raad en een ander in het eerste lid genoemd gerecht, wordt de Hoge Raad ter beslissing daarvan zoveel mogelijk samengesteld uit raadsheren die van de zaak nog geen kennis genomen hebben.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Hoge Raad neemt in eerste aanleg, tevens in hoogste ressort, kennis van jurisdictiegeschillen tussen:
Dit lid houdt in dat de Hoge Raad in eerste aanleg, en tevens in hoogste ressort, kennis neemt van jurisdictiegeschillen die ontstaan tussen de hieronder genoemde instanties:
a. rechtbanken, tenzij artikel 61 van toepassing is;
Dit subonderdeel specificeert dat het gaat om jurisdictiegeschillen tussen rechtbanken, met als uitzondering de gevallen waarin artikel 61 van toepassing is.
b. gerechtshoven;
Dit subonderdeel specificeert dat het gaat om jurisdictiegeschillen tussen gerechtshoven.
c. een gerechtshof en een rechtbank;
Dit subonderdeel specificeert dat het gaat om jurisdictiegeschillen tussen een gerechtshof en een rechtbank.
d. een tot de rechterlijke macht behorend gerecht en een niet tot de rechterlijke macht behorend gerecht;
Dit subonderdeel specificeert dat het gaat om jurisdictiegeschillen tussen een tot de rechterlijke macht behorend gerecht en een niet tot de rechterlijke macht behorend gerecht.
e. bestuursrechters, tenzij een andere bestuursrechter daartoe bevoegd is.
Dit subonderdeel specificeert dat het gaat om jurisdictiegeschillen tussen bestuursrechters, tenzij een andere bestuursrechter daartoe bevoegd is verklaard.
2. Indien het jurisdictiegeschil is gerezen tussen de Hoge Raad en een ander in het eerste lid genoemd gerecht, wordt de Hoge Raad ter beslissing daarvan zoveel mogelijk samengesteld uit raadsheren die van de zaak nog geen kennis genomen hebben.
Dit lid bepaalt dat, wanneer een jurisdictiegeschil is gerezen tussen de Hoge Raad zelf en een ander gerecht zoals genoemd in het eerste lid, de Hoge Raad ter beslissing daarvan zoveel mogelijk moet worden samengesteld uit raadsheren die van de betreffende zaak nog geen kennis genomen hebben.