Artikel 7 (Besluitvorming en geheimhouding raadkamer)
1. De voorzitter van de meervoudige kamer doet in raadkamer hoofdelijk omvraag. De voorzitter geeft als laatste zijn oordeel.
2. Ieder lid is verplicht aan de besluitvorming deel te nemen.
3. De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit.
Uitleg in duidelijke taal
1. De voorzitter van de meervoudige kamer doet in raadkamer hoofdelijk omvraag. De voorzitter geeft als laatste zijn oordeel.
Dit betekent dat de voorzitter van de meervoudige kamer in de raadkamer aan elk lid afzonderlijk vraagt naar diens mening; dit wordt hoofdelijk omvraag genoemd. De voorzitter brengt als laatste zijn oordeel uit.
2. Ieder lid is verplicht aan de besluitvorming deel te nemen.
Dit betekent dat ieder lid de plicht heeft om deel te nemen aan de besluitvorming.
3. De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit.
De volgende personen: rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, hebben een verplichting tot geheimhouding. Deze geheimhouding betreft alles wat in de raadkamer is geuit (besproken of medegedeeld) over aanhangige zaken (zaken die nog in behandeling zijn).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:2397 - Wraking van reservist-raadsheren: een verruiming van het begrip 'behandelen'
De Hoge Raad oordeelt dat ook 'reservist'-raadsheren, die enkel deelnemen aan beraadslagingen ter bevordering van de rechtseenheid, gewraakt kunnen worden. Hun deelname is 'rechterlijke bemoeienis' (art. 512 Sv), maar levert op zichzelf geen grond voor (schijn van) partijdigheid op.
ECLI:NL:HR:2022:513 - Formeel dienstverband militaire rechter bij OM geen schending onpartijdigheid
Een louter formeel dienstverband van een militair rechter bij het Openbaar Ministerie (OM), zonder daadwerkelijke werkzaamheden of contact, is geen uitzonderlijke omstandigheid die de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid wekt en schendt artikel 6 EVRM niet.