Artikel 54 (Kamers Wet ambtenaren defensie Den Haag)
1. Het bestuur van de rechtbank Den Haag vormt voor het behandelen en beslissen van zaken op grond van de Wet ambtenaren defensie enkelvoudige en meervoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan.
2. Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer als bedoeld in het eerste lid draagt de titel van militaire ambtenarenrechter.
3. Een meervoudige kamer bestaat uit twee rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en een militair lid, dat bij voorkeur afkomstig is uit het krijgsmachtdeel waartoe degene die beroep heeft ingesteld behoort of behoorde. Op het militaire lid zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren op dit lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als zijn functionele autoriteit, dit lid voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, wordt gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van dit lid de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuur van de rechtbank Den Haag vormt voor het behandelen en beslissen van zaken op grond van de Wet ambtenaren defensie enkelvoudige en meervoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan.
Dit lid stelt dat het bestuur van de rechtbank Den Haag de taak heeft om zowel enkelvoudige kamers (met één rechter) als meervoudige kamers (met meerdere rechters) samen te stellen. Deze kamers zijn specifiek bedoeld voor de behandeling van en besluitvorming in zaken die vallen onder de Wet ambtenaren defensie. Het bestuur bepaalt tevens wie zitting nemen in deze kamers, oftewel de bezetting.
2. Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer als bedoeld in het eerste lid draagt de titel van militaire ambtenarenrechter.
Dit lid verduidelijkt dat de persoon die in een enkelvoudige kamer, zoals genoemd in het eerste lid, zitting heeft (dus voor zaken op basis van de Wet ambtenaren defensie), de titel 'militaire ambtenarenrechter' voert.
3. Een meervoudige kamer bestaat uit twee rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en een militair lid, dat bij voorkeur afkomstig is uit het krijgsmachtdeel waartoe degene die beroep heeft ingesteld behoort of behoorde. Op het militaire lid zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren op dit lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als zijn functionele autoriteit, dit lid voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, wordt gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van dit lid de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.
- het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als de functionele autoriteit van het militaire lid;
- dit militaire lid, voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid (van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren), gelijkgesteld wordt met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht; en
- de president van het gerecht ten aanzien van dit militaire lid de bevoegdheid uitoefent zoals bedoeld in artikel 44, zesde lid (van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren).