Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Rechtspraak
Afdeling 2. De organisatie van de gerechten
Paragraaf 2. Taken en bevoegdheden
Artikel 24

Artikel 24 (Aanwijzingsbevoegdheid bestuur gerecht en beperkingen)

Laatste versie

1. Het bestuur kan ter uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 23, eerste lid, alle bij het gerecht werkzame ambtenaren algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

2. Bij het geven van aanwijzingen treedt het bestuur niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuur kan ter uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 23, eerste lid, alle bij het gerecht werkzame ambtenaren algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

Dit betekent dat het bestuur, om de taken uit te voeren die in artikel 23, eerste lid, zijn genoemd, de bevoegdheid heeft om aan alle ambtenaren die bij het gerecht werken, zowel algemene als specifieke instructies (aanwijzingen) te geven.

2. Bij het geven van aanwijzingen treedt het bestuur niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken.

Dit betekent dat wanneer het bestuur aanwijzingen geeft, het zich niet mag bemoeien met de wijze waarop een concrete rechtszaak of bepaalde soorten rechtszaken procedureel worden aangepakt (procesrechtelijke behandeling), noch met de inhoudelijke beoordeling daarvan, en ook niet met de uiteindelijke beslissing die in een concrete zaak of in categorieën van zaken wordt genomen.