Artikel 24 (Aanwijzingsbevoegdheid bestuur gerecht en beperkingen)
1. Het bestuur kan ter uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 23, eerste lid, alle bij het gerecht werkzame ambtenaren algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
2. Bij het geven van aanwijzingen treedt het bestuur niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuur kan ter uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 23, eerste lid, alle bij het gerecht werkzame ambtenaren algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
Dit betekent dat het bestuur, om de taken uit te voeren die in artikel 23, eerste lid, zijn genoemd, de bevoegdheid heeft om aan alle ambtenaren die bij het gerecht werken, zowel algemene als specifieke instructies (aanwijzingen) te geven.
2. Bij het geven van aanwijzingen treedt het bestuur niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken.
Dit betekent dat wanneer het bestuur aanwijzingen geeft, het zich niet mag bemoeien met de wijze waarop een concrete rechtszaak of bepaalde soorten rechtszaken procedureel worden aangepakt (procesrechtelijke behandeling), noch met de inhoudelijke beoordeling daarvan, en ook niet met de uiteindelijke beslissing die in een concrete zaak of in categorieën van zaken wordt genomen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1915:AG1773 - Guldemond/Noordwijkerhout: Bevoegdheid burgerlijke rechter bij overheidsingrijpen
Guldemond/Noordwijkerhout Arrest
De bevoegdheid van de burgerlijke rechter wordt bepaald door het recht waarop de eiser zijn vordering baseert (objectum litis). Indien de vordering is gegrond op een burgerlijk recht, is de burgerlijke rechter bevoegd, ongeacht of de overheid als verweerder een publiekrechtelijke verweer voert.