Wet op de rechterlijke organisatie

1. Het College van procureurs-generaal kan geen beslissingen nemen indien niet ten minste drie leden aanwezig zijn.

Dit betekent dat het College van procureurs-generaal alleen beslissingen kan nemen als er minimaal drie leden van het College aanwezig zijn. Als er minder dan drie leden aanwezig zijn, mogen er geen besluiten worden genomen.

2. Het College neemt beslissingen bij meerderheid van stemmen.

Dit houdt in dat besluiten van het College worden genomen wanneer een meerderheid van de aanwezige leden vóór het besluit stemt.

3. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Dit betekent dat als bij een stemming het aantal stemmen vóór en tegen een besluit gelijk is (de stemmen staken), de stem van de voorzitter van het College beslissend is.

4. Bij reglement stelt het College nadere regels met betrekking tot zijn werkwijze en besluitvorming. Het reglement en wijzigingen daarvan behoeven de goedkeuring van Onze Minister. Het reglement of een wijziging daarvan wordt na de goedkeuring gepubliceerd in de Staatscourant.

Dit lid bepaalt dat het College van procureurs-generaal in een reglement verdere regels vastlegt over hoe het College werkt en hoe besluiten worden genomen. Dit reglement, en eventuele wijzigingen daarop, moeten worden goedgekeurd door Onze Minister (de betreffende minister). Nadat het reglement of een wijziging daarvan is goedgekeurd, wordt het gepubliceerd in de Staatscourant.

5. In het reglement wordt in ieder geval geregeld in welke gevallen de voorzitter een voorgenomen beslissing aan Onze Minister voorlegt, daaronder zijn in ieder geval begrepen de beslissingen bedoeld in artikel 140a van het Wetboek van Strafvordering.

Dit lid stelt dat het reglement (zoals genoemd in lid 4) in elk geval moet specificeren in welke situaties de voorzitter van het College een geplande beslissing moet voorleggen aan Onze Minister. Hieronder vallen verplicht de beslissingen die worden genoemd in artikel 140a van het Wetboek van Strafvordering.