Artikel 13 (Geheimhoudingsplicht rechterlijke functionarissen)
De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun ambt de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun ambt de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Uitleg in duidelijke taal
De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun ambt de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun ambt de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Dit artikel bepaalt dat rechterlijke ambtenaren die met rechtspraak zijn belast, rechters in opleiding, officieren in opleiding, senior-gerechtsauditeurs, gerechtsauditeurs, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren, en buitengriffiers (zoals bedoeld in artikel 14, vierde lid) verplicht zijn tot geheimhouding. Deze verplichting geldt voor de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun ambt de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. Deze geheimhoudingsplicht geldt echter niet (behoudens voorzover) indien een wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of indien uit hun ambt de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:513 - Formeel dienstverband militaire rechter bij OM geen schending onpartijdigheid
Een louter formeel dienstverband van een militair rechter bij het Openbaar Ministerie (OM), zonder daadwerkelijke werkzaamheden of contact, is geen uitzonderlijke omstandigheid die de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid wekt en schendt artikel 6 EVRM niet.
ECLI:NL:HR:2018:2197 - Melding door rechtbankpresident aan deken: gedraging in functie of bestuurstaak?
Een melding door een rechtbankpresident aan de deken over een advocaat is een gedraging in de uitoefening van de rechterlijke functie (art. 13a RO), geen bestuurstaak. Het schenden van de geheimhoudingsplicht kan gerechtvaardigd zijn door het belang van het toezicht op de advocatuur.