Artikel 12 (Verbod inlaten rechterlijke functionarissen met partijen)
De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs en de griffier en substituut-griffier van de Hoge Raad mogen zich niet op enige wijze inlaten met partijen of hun advocaten of gemachtigden over enige voor hen aanhangige geschillen of geschillen waarvan zij weten of vermoeden dat die voor hen aanhangig zullen worden.
Uitleg in duidelijke taal
De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs en de griffier en substituut-griffier van de Hoge Raad mogen zich niet op enige wijze inlaten met partijen of hun advocaten of gemachtigden over enige voor hen aanhangige geschillen of geschillen waarvan zij weten of vermoeden dat die voor hen aanhangig zullen worden.
Dit artikel bepaalt dat specifieke personen binnen de rechterlijke organisatie – namelijk: de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, alsmede de griffier en substituut-griffier van de Hoge Raad – zich niet op enige wijze mogen inlaten met partijen of hun advocaten of gemachtigden. Dit verbod om zich in te laten geldt specifiek voor enige voor hen aanhangige geschillen (dat wil zeggen, geschillen die reeds bij hen in behandeling zijn) of voor geschillen waarvan zij weten of vermoeden dat die voor hen aanhangig zullen worden (dat wil zeggen, geschillen waarvan zij kennis hebben of redelijkerwijs verwachten dat deze in de toekomst bij hen in behandeling zullen komen).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:370 - Wrakingsverzoek door zittingsrechter zelf: Hoge Raad stelt terughoudende grenzen
Een zittingsrechter mag een wrakingsverzoek slechts in uitzonderlijke, wettelijk omschreven gevallen zelf buiten behandeling laten. De Hoge Raad benadrukt dat hierbij terughoudendheid is geboden en de beslissing deugdelijk moet worden gemotiveerd, anders leidt dit tot vernietiging van de uitspraak.
ECLI:NL:HR:2017:1188 - Raadsheer als partijdeskundige: een onbehoorlijke gedraging die vertrouwen schaadt
Een raadsheer die als partijdeskundige een ongemotiveerde opinie geeft over de slagingskans van een aanhangige procedure, schendt niet art. 12 RO maar handelt wel onbehoorlijk (art. 13f RO). Het lenen van rechterlijk gezag voor private belangen schaadt het vertrouwen in de rechtspraak.
ECLI:NL:HR:2022:513 - Formeel dienstverband militaire rechter bij OM geen schending onpartijdigheid
Een louter formeel dienstverband van een militair rechter bij het Openbaar Ministerie (OM), zonder daadwerkelijke werkzaamheden of contact, is geen uitzonderlijke omstandigheid die de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid wekt en schendt artikel 6 EVRM niet.