Artikel 7.10a. Verlening van graden
1. Het instellingsbestuur verleent de graad Bachelor aan degene die in het wetenschappelijk onderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een bacheloropleiding heeft afgelegd en de graad Master aan degene die het afsluitende examen van een masteropleiding of een postinitiële masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3b, onderdeel a, heeft afgelegd. Afhankelijk van het vakgebied waarin het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen van een bacheloropleiding, een masteropleiding of postinitiële masteropleiding is afgelegd, wordt aan de verleende graad toegevoegd «of Arts» dan wel «of Science». Bij ministeriële regeling kan voor een opleiding of een groep van opleidingen een andere toevoeging worden vastgesteld.
2. Het instellingsbestuur verleent de graad Associate degree, aan degene die in het hoger beroepsonderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een associate degree-opleiding heeft afgelegd, de graad Bachelor aan degene die in het hoger beroepsonderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een bacheloropleiding heeft afgelegd en de graad Master aan degene die in het hoger beroepsonderwijs met goed gevolg een masteropleiding of een postinitiële masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3b, onderdeel b, heeft afgelegd. Afhankelijk van het vakgebied waarin het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen van een bacheloropleiding, een masteropleiding of een postinitiële masteropleiding is afgelegd, wordt aan de verleende graad de toevoeging verbonden die op grond van artikel 5.7, vierde lid, onderdeel b, met positief resultaat is getoetst.
3. Het instellingsbestuur kan de graad Associate degree en de graad Bachelor of Master en de toevoeging daaraan aanvullen met de vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2005. Zie het overzicht van wijzigingen]