Artikel 7.45. Hoogte wettelijk collegegeld
1. De hoogte van het volledig wettelijk collegegeld wordt bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.
2. De hoogte van het gedeeltelijk wettelijk collegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld en is gelegen tussen een minimum- en een maximumbedrag. Deze bedragen worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld.
3. Het gedeeltelijk wettelijk collegegeld bedraagt niet meer dan het volledig wettelijk collegegeld of, indien dat op een student van toepassing is, niet meer dan het verlaagd wettelijk collegegeld.
4. Het instellingsbestuur informeert Onze Minister over de hoogte van het bedrag dat het instellingsbestuur op grond van het tweede lid heeft vastgesteld.
5. Indien op grond van artikel 7.45a, vijfde lid, groepen studenten zijn aangewezen die verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd zijn, wordt de hoogte van het verlaagd wettelijk collegegeld bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar opleiding, leerjaar, de wijze waarop een opleiding is ingericht en instroomcohort.
6. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld in het eerste, tweede en vijfde lid, worden jaarlijks volgens de consumentenprijsindex geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald. Bij algemene maatregel van bestuur wordt tevens bepaald wat onder de consumentenprijsindex wordt verstaan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RVS:2024:3366 - Raad van State - 27 augustus 2024
ECLI:NL:HR:2025:165 - Universiteit had moeten informeren over onwettig hoog collegegeld voor masteropleiding - 30 januari 2025
Een universiteit heeft een mededelingsplicht over de (on)rechtmatigheid van collegegeld voor een bekostigde opleiding. Het schenden hiervan kan dwaling en een onrechtmatige daad opleveren. De universiteit mocht er niet vanuit gaan dat studenten de regels al kenden of dat deze niet relevant waren.