Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Belastingplicht
Artikel 6

Artikel 6

Laatste versie

1 Inhoudingsplichtige is:

a. degene, tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan;

b. degene, die aan een of meer personen loon uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt;

c. degene, die ingevolge een aanspraak die niet tot het loon behoort, aan een of meer personen uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot een ander doet.

2 Wie niet in Nederland woont of gevestigd is, wordt slechts als inhoudingsplichtige beschouwd voor zover hij:

a. in Nederland een vaste inrichting voor de uitoefening van zijn bedrijf, beroep of andere bezigheid of een in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger heeft, dan wel

b. een of meer personen in dienst heeft van wie het loon is onderworpen aan de inkomstenbelasting, met betrekking tot deze personen de loonadministratie in Nederland houdt en zich voor deze personen als inhoudingsplichtige bij de inspecteur heeft gemeld.

3 Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, wordt onder vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger verstaan:

a. een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 3, vierde tot en met twaalfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

b. het verrichten van werkzaamheden in het kader van een onderneming gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 30 dagen, indien die werkzaamheden plaatsvinden in, op of boven het Noordzeewinningsgebied, waarbij het Noordzeewinningsgebied bestaat uit de territoriale zee van Nederland alsmede het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht rechten mag uitoefenen;

c. het verrichten van werkzaamheden die gericht zijn op het verlenen van tussenkomst ten behoeve van degenen die tegen beloning persoonlijke arbeid in Nederland verrichten en een derde ten behoeve van wie die arbeid wordt verricht.

4 Diplomatieke, consulaire en andere vertegenwoordigers van andere Mogendheden en de hun toegevoegde ambtenaren, alsmede bij ministeriële regeling aan te wijzen internationale organisaties en vertegenwoordigers en functionarissen daarvan, worden niet als inhoudingsplichtigen beschouwd.

5 Ingeval artikel 19b toepassing vindt, is in afwijking van het eerste lid voor de aanspraak die ingevolge dat artikel als loon wordt aangemerkt, inhoudingsplichtige degene die als verzekeraar van die aanspraak optreedt.

6 Een in Nederland gevestigd onderdeel van een concern waartoe ook een onderdeel behoort dat op grond van het tweede of derde lid als inhoudingsplichtige wordt aangemerkt, kan op gezamenlijk verzoek van deze concernonderdelen, in afwijking in zoverre van het eerste, tweede en derde lid, door de inspecteur, die daarbij voorwaarden kan stellen, worden aangewezen als inhoudingsplichtige voor een of meer personen die bij het niet in Nederland gevestigde concernonderdeel in dienst zijn. De aanwijzing en de daarbij gestelde voorwaarden kunnen, al dan niet op verzoek, worden gewijzigd of ingetrokken. Aanwijzing, wijziging of intrekking vinden plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2008. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:30

ECLI:NL:HR:2013:3012 juli 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AY8549

ECLI:NL:HR:2007:AY854923 november 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2308

ECLI:NL:HR:2018:230814 december 2018Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB0632

ECLI:NL:HR:2001:AB063221 maart 2001Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:AA2613

ECLI:NL:HR:1998:AA26139 december 1998Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:246

ECLI:NL:HR:2023:24617 februari 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Vennootschapsbelasting
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AY3636

ECLI:NL:HR:2007:AY363629 juni 2007Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI9816

ECLI:NL:HR:2009:BI981626 juni 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC4763

ECLI:NL:HR:2008:BC476320 juni 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AF0631

ECLI:NL:HR:2002:AF063115 november 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak