Terug naar bibliotheek
Titel II. Van de straffen en maatregelen
Artikel 10

Artikel 10 (Regeling bijkomende straffen en maatregelen)

Laatste versie

1. Bij de uitspraak, waarbij een bijkomende straf of een maatregel, als vermeld in artikel 8, wordt opgelegd, worden, voor zoveel nodig, alle bijzonderheden en gevolgen naar behoefte geregeld, daaronder begrepen bij onderbewindstelling de benoeming van een of meer bewindvoerders. Bij oplegging van een bijkomende straf als vermeld in artikel 7, onder c, kan bovendien worden bevolen, dat de veroordeeldehem van overheidswege ten behoeve van zijn onderneming verstrekte bescheiden inlevert;in zijn onderneming aanwezige voorraden onder toezicht verkoopt;en zijn medewerking verleent bij inventarisatie van die voorraden.

2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 6:4:9 en 6:6:26 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter die de bijkomende straf of maatregel heeft opgelegd, na ontvangst van een vordering van het openbaar ministerie of op verzoek van de veroordeelde bij latere beslissing alsnog een regeling geven als vorenbedoeld, dan wel in de reeds gegeven regeling wijziging brengen of terzake een aanvullende regeling geven. De behandeling van de zaak vindt plaats met gesloten deuren; de uitspraak geschiedt in het openbaar. De beslissing is met redenen omkleed; zij is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen.

3. Wij behouden Ons voor, nadere voorschriften te geven ter uitvoering van dit artikel.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij de uitspraak, waarbij een bijkomende straf of een maatregel, als vermeld in artikel 8, wordt opgelegd, worden, voor zoveel nodig, alle bijzonderheden en gevolgen naar behoefte geregeld, daaronder begrepen bij onderbewindstelling de benoeming van een of meer bewindvoerders. Bij oplegging van een bijkomende straf als vermeld in artikel 7, onder c, kan bovendien worden bevolen, dat de veroordeeldehem van overheidswege ten behoeve van zijn onderneming verstrekte bescheiden inlevert;in zijn onderneming aanwezige voorraden onder toezicht verkoopt;en zijn medewerking verleent bij inventarisatie van die voorraden.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de rechter in de uitspraak een bijkomende straf of een maatregel oplegt, zoals genoemd in artikel 8, dan worden, voor zover dat nodig is, alle details (bijzonderheden) en consequenties (gevolgen) naar behoefte vastgesteld (geregeld). Dit omvat ook, in het geval van onderbewindstelling, de aanwijzing (benoeming) van één of meer personen die het bewind voeren (bewindvoerders). Als een bijkomende straf wordt opgelegd zoals genoemd in artikel 7, onder c, kan daarnaast worden bevolen dat:

  • de veroordeelde de bescheiden die hem van overheidswege ten behoeve van zijn onderneming zijn verstrekt, inlevert;
  • de veroordeelde de in zijn onderneming aanwezige voorraden onder toezicht verkoopt;
  • en de veroordeelde zijn medewerking verleent bij het opmaken van een lijst (inventarisatie) van die voorraden.

2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 6:4:9 en 6:6:26 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter die de bijkomende straf of maatregel heeft opgelegd, na ontvangst van een vordering van het openbaar ministerie of op verzoek van de veroordeelde bij latere beslissing alsnog een regeling geven als vorenbedoeld, dan wel in de reeds gegeven regeling wijziging brengen of terzake een aanvullende regeling geven. De behandeling van de zaak vindt plaats met gesloten deuren; de uitspraak geschiedt in het openbaar. De beslissing is met redenen omkleed; zij is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen.

Dit betekent letterlijk: Met inachtneming van (onverminderd) wat is vastgelegd (het bepaalde) in de artikelen 6:4:9 en 6:6:26 van het Wetboek van Strafvordering, kan de rechter die de bijkomende straf of maatregel heeft opgelegd, na het ontvangen van een vordering van het openbaar ministerie of op verzoek van de veroordeelde, in een latere beslissing alsnog een regeling treffen zoals hiervoor bedoeld. De rechter kan ook de reeds getroffen regeling wijzigen of een aanvullende regeling daarover geven. De behandeling van de zaak gebeurt achter gesloten deuren (niet openbaar). De uitspraak wordt wel in het openbaar gedaan. De beslissing moet voorzien zijn van een motivering (met redenen omkleed) en tegen deze beslissing kan geen beroep of ander rechtsmiddel worden ingesteld (zij is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen).

3. Wij behouden Ons voor, nadere voorschriften te geven ter uitvoering van dit artikel.

Dit betekent letterlijk: Wij (de Kroon, oftewel de regering en de Koning) behouden Ons het recht voor om verdere (nadere) regels (voorschriften) vast te stellen om dit artikel uit te voeren.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden