Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IV. Bijzondere regelingen
Afdeling 3. Tariefwijzigingen
Artikel 16a

Artikel 16a

Laatste versie

1. Indien de tarieven, bedoeld in artikel 9, worden gewijzigd, is, ter zake van de inschrijving of herinschrijving van een nieuw motorrijtuig die plaatsvond voorafgaand aan die tariefswijziging, het nieuwe tarief van toepassing wanneer de eerste tenaamstelling van dat motorrijtuig twee maanden of later plaatsvindt na het tijdstip waarop die wijziging in werking treedt.

2. Indien de tarieven, bedoeld in artikel 9, worden gewijzigd, is, ter zake van de inschrijving of herinschrijving van een nieuw motorrijtuig die plaatsvond na die tariefswijziging, het oude tarief van toepassing wanneer:

a. dat motorrijtuig voor die tariefswijziging in een kentekenregister van een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte was ingeschreven; en b. de eerste tenaamstelling van dat motorrijtuig in het kentekenregister binnen twee maanden plaatsvindt na het tijdstip waarop die tariefswijziging in werking treedt.

3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad616x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:752 - Interne compensatie, redelijke termijn en discriminerende proceskostenvergoeding in BPM-zaak - 26 mei 2022

ECLI:NL:HR:2022:75226 mei 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Interne compensatie is toegestaan, ook als dit een op Unierecht gebaseerde vordering tenietdoet. De coronapandemie rechtvaardigt niet zonder meer verlenging van de redelijke termijn. Een lagere proceskostenvergoeding voor BPM-zaken is in strijd met het discriminatieverbod en moet buiten toepassing blijven.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad83x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:821 - BPM-heffing en EU-recht: laagste tarief voor ingevoerde gebruikte auto's - 30 april 2020

ECLI:NL:HR:2020:82130 april 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de import van een gebruikte auto uit een EU-lidstaat mag, op grond van artikel 110 VWEU, het laagst mogelijke BPM-tarief worden toegepast dat geldt voor soortgelijke, reeds in Nederland geregistreerde auto's. Dit garandeert dat de heffing niet hoger is dan de resterende BPM-waarde.

Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:826 - BPM-tariefwijziging en discriminatie: Hoge Raad weigert rechtsherstel na vervallen rechtvaardiging - 2 juni 2022

ECLI:NL:HR:2022:8262 juni 2022Dit wetsartikel wordt 25 keer genoemd in deze uitspraak

De overgangsregeling van art. 16a Wet BPM is sinds 2012 discriminerend, nu de rechtvaardiging is vervallen. Toch biedt de Hoge Raad geen rechtsherstel door het voordeel uit te breiden, vanwege rechterlijke terughoudendheid. Een beroep op artikel 110 VWEU faalt eveneens.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1040 - Proceskostenvergoeding bij nieuw argument na recente jurisprudentie - 7 juli 2022

ECLI:NL:HR:2022:10407 juli 2022Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Een belanghebbende die in (hoger) beroep een nieuw standpunt inneemt naar aanleiding van recente jurisprudentie, en daardoor in het gelijk wordt gesteld, heeft in beginsel recht op een proceskostenvergoeding. De noodzaak tot procederen vloeit dan niet uitsluitend voort uit diens eigen handelen.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1572 - BPM-tarief bij nieuwe auto's: moment van buitenlandse preregistratie is cruciaal - 16 november 2023

ECLI:NL:HR:2023:157216 november 2023Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de toepassing van een ouder, lager BPM-tarief op een geïmporteerde nieuwe auto is een preregistratie in het buitenland vóór de tariefverhoging cruciaal. Zonder zo'n preregistratie wordt het nieuwe, hogere tarief toegepast, wat volgens de Hoge Raad niet in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 110 VWEU.

Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:234 - Gerechtshof Den Haag - 5 februari 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:2345 februari 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:517 - Hoge Raad - 8 april 2021

ECLI:NL:HR:2021:5178 april 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:2278 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 1 april 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:22781 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:4147 - Rechtbank Den Haag - 11 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:414711 maart 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:9831 - Rechtbank Den Haag - 23 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:983123 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak