Artikel 5
1 De artikelen 2 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing tussen de volgende partijen:
a. een leverancier met een jaarlijkse omzet van ten hoogste € 2.000.000,– en een afnemer met een jaarlijkse omzet van meer dan € 2.000.000,–;
b. een leverancier met een jaarlijkse omzet van meer dan € 2.000.000,– en ten hoogste € 10.000.000,– en een afnemer met een jaarlijkse omzet van meer dan € 10.000.000,–;
c. een leverancier met een jaarlijkse omzet van meer dan € 10.000.000,– en ten hoogste € 50.000.000,– en een afnemer met een jaarlijkse omzet van meer dan € 50.000.000,–;
d. een leverancier met een jaarlijkse omzet van meer dan € 50.000.000,– en ten hoogste € 150.000.000,– en een afnemer met een jaarlijkse omzet van meer dan € 150.000.000,–;
e. een leverancier met een jaarlijkse omzet van meer dan € 150.000.000 en ten hoogste € 350.000.000,– en een afnemer met een jaarlijkse omzet van meer dan € 350.000.000,–;
f. een leverancier met een jaarlijkse omzet van ten hoogste € 350.000.000,– en een afnemer die een overheidsinstantie is.
2 De in het eerste lid bedoelde omzet wordt begrepen overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124).
3 De artikelen 2 tot en met 4 zijn bepalingen van bijzonder dwingend recht als bedoeld in artikel 9 van verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (PbEU 2008, L 177).