Artikel 4.6. Begrip aanmerkelijk belang
De belastingplichtige heeft een aanmerkelijk belang indien hij, al dan niet tezamen met zijn partner, direct of indirect: a. voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld; b. rechten heeft om direct of indirect aandelen te verwerven tot ten minste 5% van het geplaatste kapitaal; c. winstbewijzen heeft die betrekking hebben op ten minste 5% van de jaarwinst van een vennootschap dan wel op ten minste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd; d. gerechtigd is om ten minste 5% van de stemmen uit te brengen in de algemene vergadering van een in artikel 4.5a bedoelde rechtspersoon; e. een aandeel heeft in een lichaam als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en daardoor voor ten minste 5% deelt in de winst van dat lichaam vóór toepassing van artikel 9, eerste lid, onderdeel f, van die wet; f. een aandeel heeft in een lichaam als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, onderdeel h, of 3, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en daardoor voor ten minste 5% deelt in de winst van dat lichaam, recht heeft op ten minste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd of ten minste 5% van de stemrechten vertegenwoordigt.