Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang
Afdeling 4.2. Gelijkstellingen
Artikel 4.3. Genotsrechten

Artikel 4.3. Genotsrechten

Laatste versie

Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen: a. wordt met een aandeelhouder gelijkgesteld degene die slechts gerechtigd is tot voordelen uit aandelen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als aandeel; b. wordt met de houder van winstbewijzen gelijkgesteld degene die slechts gerechtigd is tot voordelen uit winstbewijzen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als winstbewijs.