Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang
Afdeling 4.5. Reguliere voordelen
Paragraaf 4.5.1. Reguliere voordelen
Artikel 4.13. Reguliere voordelen

Artikel 4.13. Reguliere voordelen

Laatste versie

1. Tot de reguliere voordelen bedoeld in artikel 4.12, onderdeel a, behoren mede:

a. een forfaitair voordeel uit aandelen in of winstbewijzen van een lichaam dat ingevolge artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting alsmede een forfaitair voordeel uit aandelen in of winstbewijzen van een niet in Nederland gevestigde vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld en waarvan de bezittingen grotendeels, direct of indirect, bestaan uit beleggingen; b. de teruggaaf van wat op aandelen is gestort, waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voorzover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende aandelen en tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd; c. de teruggaaf van wat op bewijzen van deelgerechtigdheid in een fonds voor gemene rekening als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, is gestort waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voorzover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende bewijzen van deelgerechtigdheid; d. de teruggaaf van wat door houders van winstbewijzen is gestort of ingelegd waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voorzover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de bedoelde winstbewijzen; e. de nominale waarde van aandelen die worden uitgereikt door een lichaam dat wordt aangemerkt als beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, voorzover niet blijkt dat storting heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden; f. het bovenmatige deel van schulden die de belastingplichtige, zijn partner of de belastingplichtige tezamen met zijn partner rechtens dan wel in feite direct of indirect heeft bij vennootschappen waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft (het fictief reguliere voordeel), waarbij onder schulden wordt verstaan: alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen.

2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel e, wordt bijschrijving op aandelen met uitreiking van aandelen gelijkgesteld.

3. Behoudens de toepassing van het eerste lid, onderdeel e, behoren tot de reguliere voordelen niet de aan aandeelhouders uitgereikte aandelen.

4. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel f, blijven schulden uit hoofde van een civielrechtelijke verbondenheid van de belastingplichtige of een met hem verbonden persoon voor een schuld die deel uitmaakt van het vermogen van een samenwerkingsverband waaruit de belastingplichtige of een met hem verbonden persoon winst uit onderneming geniet buiten beschouwing.

5. Voor de toepassing van het zesde lid wordt onder een samenwerkingsverband verstaan:

a. een vennootschap onder firma; b. een commanditaire vennootschap; c. een maatschap; d. een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam dat een met een vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of maatschap vergelijkbare rechtsvorm heeft.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden