Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Dieren
§ 1. Handelingen met dieren
Artikel 2.2. Houden van dieren

Artikel 2.2. Houden van dieren

Laatste versie

1. Het is verboden dieren te houden die niet behoren tot door Onze Minister aangewezen diersoorten of diercategorieën.

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de criteria vastgesteld op grond waarvan Onze Minister diersoorten of diercategorieën, bedoeld in het eerste lid, aanwijst.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld dat het verbod, bedoeld in het eerste lid, slechts van toepassing is op één of meer dierklassen.

4. De hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid.

5. Het is verboden dieren te houden waarbij in strijd met het bepaalde bij of krachtens artikel 2.25 stoffen zijn toegepast.

6. Het is verboden bij ministeriële regeling aangewezen dieren te houden. Een dier als bedoeld in de eerste volzin wordt aangewezen indien het een gevaar kan opleveren voor mens of dier.

7. Het is verboden dieren behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen diersoorten of diercategorieën van het ouderdier te scheiden voordat die dieren een bij die maatregel vastgestelde leeftijd hebben bereikt.

8. Het is houders van dieren verboden aan deze dieren de nodige verzorging te onthouden.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de uitvoering van bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen over het houden van dieren behorende tot bij die maatregel aangewezen diersoorten of diercategorieën.

10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het onderwerp, bedoeld in het negende lid, voor dieren of voor dieren behorende tot bepaalde diersoorten of diercategorieën, regels worden gesteld die betrekking hebben op onder meer:

a. een verbod op de aanwezigheid op of in de nabijheid van een bedrijf van bepaalde:

1°. diervoeders; 2°. diergeneesmiddelen, of 3°. andere stoffen of materialen voor zover die een risico kunnen opleveren voor de diergezondheid, het welzijn van dieren, de volksgezondheid, het milieu of de kwaliteit van een dierlijk product;

b. de ruimte of het terrein waar dieren worden gehouden, waaronder:

1°. de afmeting, uitvoering en vormgeving; 2°. de wanden, de vloer en de grond; 3°. de voorzieningen, waaronder de voeder- en drinkwatervoorziening; 4°. de verlichting, luchtverversing en verwarming; 4a°. de brandveiligheid; 5°. het onderbrengen of afzonderen van zieke dieren, dieren die mogelijk met een besmettelijke ziekteverwekker zijn besmet, of dieren met een bepaalde gezondheidstoestand; 6°. de afrasteringen en beschutting, en 7°. de ligging ten opzichte van onroerende zaken en ruimten waar zich mensen kunnen bevinden;

c. de wijze waarop dieren worden gehouden, waaronder:

1°. het vastleggen of aangebonden houden van dieren; 2°. het gescheiden houden van dieren, al naar gelang de leeftijd, het geslacht of de soort; 3°. het groeperen van dieren; 4°. het aantal dieren dat in één ruimte wordt gehouden, en 5°. de ruimte waarover dieren kunnen beschikken;

d. de verzorging, de behandeling, het africhten, de voedering en de drenking van dieren; e. het gebruik en de bewaring van bepaalde diervoeders, alsmede een verbod daarop; f. de bestrijding van organismen die schadelijk zijn voor de gezondheid of het welzijn van dieren; g. de reiniging en ontsmetting van ruimten en aanwezige gereedschappen en andere instrumenten of uitrustingen waarmee dieren in aanraking kunnen komen; h. het opslaan van kadavers buiten de nabijheid van dieren; i. het bijeenbrengen, het aanvoeren en het afvoeren van dieren; j. de bedrijfsbegeleiding door een dierenarts; k. de bij de houder, de personen die bij hem in dienst zijn en de personen die voor hem diensten verrichten aanwezige kennis over het houden van dieren; l. het bijhouden, overleggen, controleren, bewaren en melden van gegevens, onder meer over:

1°. dieren, waaronder de gezondheidstoestand, geboorte- en sterftegevallen; 2°. bezoekers van bedrijven, en vervoermiddelen; 3°. de herkomst, bestemming of verplaatsing van dieren, en 4°. de herkomst, ontvangst, bereiding, bewerking, verwerking en verdere behandeling, opslag en bewaring van diervoeders en diergeneesmiddelen, alsmede het gebruik van diervoeders, onderscheidenlijk het toepassen van diergeneesmiddelen;

m. de te verrichten onderzoeken bij dieren of in ruimten of op terreinen en gebieden waar dieren kunnen worden gehouden, naar de aanwezigheid van besmettelijke dierziekten, zoönosen, ziekteverschijnselen, ziekteverwekkers of organismen die drager van een ziekteverwekker kunnen zijn, of naar de werking van vaccins; n. hygiëne, het voorkomen van de verspreiding van dierziekten, zoönosen en ziekteverschijnselen, en het weren van ziekteverwekkers; o. de behandeling en aanbieding voor onderzoek van doodgeboren of gestorven dieren, levende dierlijke producten, onvoldragen vruchten of nageboorten; p. de gevallen waarin een dierenarts of een ander persoon die is toegelaten tot het beroepsmatig verrichten van een diergeneeskundige handeling, wordt geconsulteerd; q. de voorwaarden waaronder, met betrekking tot de wijze waarop dieren worden gehouden op het bedrijf een bij of krachtens de maatregel aangewezen exclusieve aanduiding mag worden gebruikt, en r. een verbod op het houden van bepaalde diersoorten of diercategorieën, indien niet is voldaan aan ten aanzien van dat dier gestelde regels als bedoeld in onderdeel b, c, d, e, f, k, l en p.

11. Het bepaalde krachtens het tiende lid, onderdeel e, is tevens van toepassing ten aanzien van andere dan gehouden dieren.

12. Het is houders van dieren die bedrijfsmatig worden gehouden met het oog op de productie van dierlijke producten verboden om die dieren permanent de mogelijkheid te onthouden te voorzien in de voor de desbetreffende diersoort of diercategorie bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gedragsbehoeften.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2023:8173 - Rechtbank Amsterdam - 13 december 2023

ECLI:NL:RBAMS:2023:817313 december 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:3469 - Rechtbank Rotterdam - 21 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:346921 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:1896 - Rechtbank Rotterdam - 6 maart 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:18966 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:147 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 4 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:1474 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:842 - Hoge Raad - 2 juni 2025

ECLI:NL:HR:2025:8422 juni 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:3964 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 12 juni 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:396412 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4225 - Raad van State - 29 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:422529 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:3021 - Rechtbank Noord-Nederland - 1 augustus 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:30211 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:2633 - Gerechtshof Amsterdam - 18 juli 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:263318 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:2631 - Gerechtshof Amsterdam - 18 juli 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:263118 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak