Artikel 4.3
1. Voor zover Onze Minister heeft ingestemd met het toekennen van een vergoeding krachtens artikel 4.2 van kosten of schade ten gevolge van beschikkingen met betrekking tot activiteiten met betrekking tot inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, komen de kosten daarvan ten laste van het Rijk.
2. In gevallen waarin het bevoegd gezag een beschikking als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, heeft gegeven ter uitvoering van een verzoek van een bestuursorgaan, als bedoeld in artikel 2.29, eerste lid, tweede volzin, onder a, komen de kosten van de vergoeding, voor zover het de uitvoering van dat verzoek betreft, ten laste van dat bestuursorgaan, voor zover Onze Minister daarmee niet heeft ingestemd.
3. Voor zover het bevoegd gezag een beschikking als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, heeft gegeven vanwege het van toepassing worden van bepalingen van een provinciale milieuverordening als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer, houdende een verbod tot het in werking hebben, veranderen of veranderen van de werking van inrichtingen, met betrekking tot een inrichting die al was opgericht op het moment waarop de betrokken bepaling van toepassing werd, komen de kosten van de schadevergoeding ten laste van de provincie, voor zover gedeputeerde staten daarmee hebben ingestemd.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:16441 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9038 - Rechtbank Rotterdam - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5678 - Toetsingskader omgevingsvergunning boring en bezwaren tegen gaswinning - 23 september 2025
De rechtbank oordeelt dat bezwaren tegen gaswinning, zoals bodemdaling, geen deel uitmaken van het toetsingskader voor een omgevingsvergunning voor een diepboring. Deze bezwaren horen thuis in de procedure tegen de wijziging van het winningsplan, niet in die van de vergunning voor de boring zelf.