Artikel 85 (Opdracht en taken Eurojust)
1. De opdracht van Eurojust bestaat in het ondersteunen en versterken van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek en de vervolging van zware criminaliteit welke twee of meer lidstaten schaadt of een vervolging op gemeenschappelijke basis vereist, op basis van de door de autoriteiten van de lidstaten en Europol uitgevoerde operaties en verstrekte informatie.In dit kader bepalen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Eurojust. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
a. het inleiden van strafrechtelijk onderzoek alsmede het voorstellen van het inleiden van vervolging door de bevoegde nationale autoriteiten, met name in verband met strafbare feiten welke de financiële belangen van de Unie schaden; b. de coördinatie van onderzoek en vervolging als bedoeld onder a); c. de versterking van de justitiële samenwerking, met name door middel van het oplossen van jurisdictiegeschillen en door nauwe samenwerking met het Europees justitieel netwerk.
Bij die verordeningen wordt tevens bepaald op welke wijze het Europees Parlement en de nationale parlementen bij de evaluatie van de activiteiten van Eurojust worden betrokken.
2. In het kader van de in lid 1 bedoelde vervolgingen en onverminderd artikel 86, worden de formele handelingen in verband met de gerechtelijke procedure gesteld door de bevoegde nationale functionarissen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De opdracht van Eurojust bestaat in het ondersteunen en versterken van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek en de vervolging van zware criminaliteit welke twee of meer lidstaten schaadt of een vervolging op gemeenschappelijke basis vereist, op basis van de door de autoriteiten van de lidstaten en Europol uitgevoerde operaties en verstrekte informatie.In dit kader bepalen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Eurojust. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
Dit lid beschrijft dat de kerntaak (opdracht) van Eurojust erin bestaat de coördinatie en de samenwerking te ondersteunen en te versterken tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek naar en de vervolging van zware criminaliteit. Het gaat hierbij om criminaliteit die twee of meer lidstaten schaadt of waarvoor een vervolging op gemeenschappelijke basis vereist is. Dit alles gebeurt op basis van de operaties die zijn uitgevoerd door de autoriteiten van de lidstaten en Europol, en de informatie die zij hebben verstrekt. In dit verband (kader) bepalen het Europees Parlement en de Raad, via verordeningen volgens de gewone wetgevingsprocedure, de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Eurojust. Deze taken kunnen het volgende inhouden:
a. het inleiden van strafrechtelijk onderzoek alsmede het voorstellen van het inleiden van vervolging door de bevoegde nationale autoriteiten, met name in verband met strafbare feiten welke de financiële belangen van de Unie schaden;
Dit betekent dat een van de taken van Eurojust kan zijn het initiëren (inleiden) van strafrechtelijk onderzoek. Daarnaast kan Eurojust voorstellen aan de bevoegde nationale autoriteiten om over te gaan tot vervolging, in het bijzonder als het gaat om strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden.
b. de coördinatie van onderzoek en vervolging als bedoeld onder a);
Dit houdt in dat Eurojust de taak kan hebben de onderzoeken en vervolgingen, zoals genoemd onder punt a), te coördineren.
c. de versterking van de justitiële samenwerking, met name door middel van het oplossen van jurisdictiegeschillen en door nauwe samenwerking met het Europees justitieel netwerk.
Dit betekent dat Eurojust de justitiële samenwerking kan versterken. Dit gebeurt specifiek door te helpen bij het oplossen van geschillen over welke rechtbank of autoriteit bevoegd is (jurisdictiegeschillen) en door nauw samen te werken met het Europees justitieel netwerk.
Bij die verordeningen wordt tevens bepaald op welke wijze het Europees Parlement en de nationale parlementen bij de evaluatie van de activiteiten van Eurojust worden betrokken.
Dit deel van het lid geeft aan dat in de eerdergenoemde verordeningen (die de structuur, werking, werkterrein en taken van Eurojust vaststellen) ook moet worden vastgelegd op welke manier het Europees Parlement en de nationale parlementen betrokken worden bij de beoordeling (evaluatie) van de activiteiten van Eurojust.
2. In het kader van de in lid 1 bedoelde vervolgingen en onverminderd artikel 86, worden de formele handelingen in verband met de gerechtelijke procedure gesteld door de bevoegde nationale functionarissen.
Dit lid stelt dat bij de vervolgingen die in lid 1 zijn genoemd, de formele (officiële) handelingen die verband houden met de gerechtelijke procedure, uitgevoerd moeten worden door de bevoegde nationale functionarissen. Dit alles geldt onverminderd artikel 86, wat betekent dat de bepalingen van artikel 86 (dat waarschijnlijk betrekking heeft op het Europees Openbaar Ministerie) hun gelding behouden naast dit artikel.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1997:AA4945
ECLI:NL:HR:1983:AG4542
ECLI:NL:HR:2000:AA6181
ECLI:NL:HR:2004:AR0285
ECLI:NL:HR:2005:AT3036
ECLI:NL:HR:2000:ZC2315
ECLI:NL:HR:2023:766 - Illegale handel in precursoren: geen 'marktdeelnemer', dus geen meldplicht
Een persoon die betrokken is bij illegale activiteiten met drugsprecursoren, zoals voorbereiding van een Opiumwetdelict, is geen 'marktdeelnemer' volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust op hem geen meldplicht voor verdachte transacties, wat een conflict met het nemo tenetur-beginsel voorkomt.
ECLI:NL:HR:2023:769 - Illegale drugsprecursoren: geen marktdeelnemer, dus geen meldplicht
Een persoon die betrokken is bij illegale activiteiten met drugsprecursoren, zoals voorbereiding van Opiumwetdelicten, is geen ‘marktdeelnemer’ volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust de meldplicht uit die verordening niet op hem, wat een conflict met het nemo-teneturbeginsel voorkomt.
ECLI:NL:HR:1998:AA2407
ECLI:NL:HR:2023:768 - Illegale precursorenhandel: geen 'marktdeelnemer', dus geen meldplicht
Een persoon die drugsprecursoren vervoert in het kader van een illegale, strafbare activiteit (Opiumwetdelict) kan niet worden aangemerkt als ‘marktdeelnemer’ volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust op hem geen meldplicht voor verdachte transacties, wat zelfincriminatie voorkomt.