Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL II. HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN
HOOFDSTUK 3. VERBOD OP KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN DE LIDSTATEN
Artikel 36

Artikel 36 (Uitzonderingen verbod kwantitatieve beperkingen)

Laatste versie

De bepalingen van de artikelen 34 en 35 vormen geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

Uitleg in duidelijke taal

De bepalingen van de artikelen 34 en 35 vormen geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

Dit artikel specificeert dat de bepalingen van de artikelen 34 en 35 geen beletsel vormen voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer. Dit is toegestaan indien deze verboden of beperkingen gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de volgende gronden:

  • bescherming van de openbare zedelijkheid;
  • de openbare orde;
  • de openbare veiligheid;
  • de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten;
  • het nationaal artistiek historisch en archeologisch bezit;
  • of bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Verder stelt het artikel dat deze verboden of beperkingen echter geen middel tot willekeurige discriminatie mogen vormen, noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad43x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZC2553

ECLI:NL:HR:1998:ZC255323 januari 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1063

ECLI:NL:HR:2015:106317 april 2015Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW4006

ECLI:NL:HR:2012:BW400622 juni 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BW8359

ECLI:NL:HR:2013:BW83591 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1607 - Hoge Raad: Release liner van zelfklevende etiketten is belaste verpakking

ECLI:NL:HR:2017:160711 augustus 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de 'release liner' (drager) van zelfklevende etiketten een verpakking is voor de verpakkingenbelasting. De uitleg moet conform de EU-Verpakkingenrichtlijn gebeuren, die een ruime definitie hanteert. De liner voldoet niet aan de uitzonderingscriteria voor integrale producten.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1032 - Verbod gewasbeschermingsmiddelen: beoordeling wettelijke grondslag en evenredigheid

ECLI:NL:HR:2022:10328 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij de vraag of een nationaal verbod op gewasbeschermingsmiddelen een deugdelijke wettelijke grondslag heeft, de rechter de reikwijdte van het verbod inclusief uitzonderingen en de evenredigheid ervan moet betrekken in zijn oordeel, conform de implementatierichtlijn.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Europees Bestuursrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1995:ZC1845

ECLI:NL:HR:1995:ZC184520 oktober 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht