Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL X. SOCIALE POLITIEK
Artikel 157

Artikel 157 (Gelijke beloning mannen en vrouwen EU)

Laatste versie

1. Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid wordt toegepast.

2. Onder beloning in de zin van dit artikel dient te worden verstaan het gewone basis- of minimumloon of -salaris en alle overige voordelen in geld of in natura die de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking direct of indirect van de werkgever ontvangt.Gelijke beloning zonder onderscheid naar kunne houdt in:

a. dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf; b. dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor eenzelfde functie.

3. Het Europees Parlement en de Raad nemen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité maatregelen aan om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep, met inbegrip van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid.

4. Het beginsel van gelijke behandeling belet niet dat een lidstaat, om volledige gelijkheid van mannen en vrouwen in het beroepsleven in de praktijk te verzekeren, maatregelen handhaaft of aanneemt waarbij specifieke voordelen worden ingesteld om de uitoefening van een beroepsactiviteit door het ondervertegenwoordigde geslacht te vergemakkelijken of om nadelen in de beroepsloopbaan te voorkomen of te compenseren.

Uitleg in duidelijke taal

1. Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid wordt toegepast.

Dit lid legt aan iedere lidstaat de verplichting op om ervoor te zorgen dat het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid daadwerkelijk wordt toegepast.

2. Onder beloning in de zin van dit artikel dient te worden verstaan het gewone basis- of minimumloon of -salaris en alle overige voordelen in geld of in natura die de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking direct of indirect van de werkgever ontvangt.Gelijke beloning zonder onderscheid naar kunne houdt in:

Dit lid definieert wat onder beloning in de zin van dit artikel dient te worden verstaan: namelijk het gewone basis- of minimumloon of -salaris en alle overige voordelen in geld of in natura die de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking direct of indirect van de werkgever ontvangt. Verder specificeert het dat gelijke beloning zonder onderscheid naar kunne inhoudt:

a. dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf;

Dit betekent dat de beloning voor gelijke arbeid die per stuk wordt betaald (stukloon), wordt vastgesteld op basis van eenzelfde maatstaf.

b. dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor eenzelfde functie.

Dit betekent dat de beloning voor arbeid die per tijdseenheid wordt betaald (tijdloon), dezelfde is voor eenzelfde functie.

3. Het Europees Parlement en de Raad nemen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité maatregelen aan om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep, met inbegrip van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid.

Dit lid stelt dat het Europees Parlement en de Raad, handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, maatregelen aannemen. Het doel van deze maatregelen is om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep. Dit omvat expliciet (met inbegrip van) het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid.

4. Het beginsel van gelijke behandeling belet niet dat een lidstaat, om volledige gelijkheid van mannen en vrouwen in het beroepsleven in de praktijk te verzekeren, maatregelen handhaaft of aanneemt waarbij specifieke voordelen worden ingesteld om de uitoefening van een beroepsactiviteit door het ondervertegenwoordigde geslacht te vergemakkelijken of om nadelen in de beroepsloopbaan te voorkomen of te compenseren.

Dit lid verduidelijkt dat het beginsel van gelijke behandeling een lidstaat niet verhindert (belet niet) om maatregelen te handhaven of aan te nemen met als doel volledige gelijkheid van mannen en vrouwen in het beroepsleven in de praktijk te verzekeren. Dergelijke maatregelen mogen specifieke voordelen instellen die gericht zijn op het vergemakkelijken van de uitoefening van een beroepsactiviteit door het ondervertegenwoordigde geslacht, of op het voorkomen of compenseren van nadelen in de beroepsloopbaan.