Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verblijf
Afdeling 4. De verblijfsvergunning asiel
Paragraaf 1. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
Artikel 28

Artikel 28

Laatste versie

1. Onze Minister is bevoegd:

a. de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te willigen, af te wijzen, niet in behandeling te nemen, niet-ontvankelijk te verklaren dan wel buiten behandeling te stellen; b. de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; c. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te trekken; d. ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen aan de houder van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf die voldoet aan de in artikel 29, tweede lid, gestelde voorwaarden; e. ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen aan de langdurig ingezetene, afkomstig uit een andere EU-lidstaat en in het bezit van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14, indien de verantwoordelijkheid voor de afgifte van het reisdocument bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, van de Paspoortwet, aan de vreemdeling, is overgedragen aan Nederland op grond van de Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheid met betrekking tot vluchtelingen van 16 oktober 1980 (Trb. 1981, 239).

2. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend voor ten hoogste vijf achtereenvolgende jaren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de gevallen worden aangewezen waarin de verblijfsvergunning voor minder dan vijf achtereenvolgende jaren wordt verleend. Daarbij kunnen regels worden gesteld over de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning en over de verlenging ervan.

3. De verblijfsvergunning die ambtshalve wordt verleend in de situatie bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt verleend binnen twee weken nadat de houder van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf zich overeenkomstig artikel 54, eerste lid, onder e, heeft aangemeld.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Den Haag10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:2511 - Rechtbank Den Haag - 27 februari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:251127 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1561 - Analoge toepassing art. 31 Vluchtelingenverdrag bij subsidiaire bescherming - 2 december 2013

ECLI:NL:HR:2013:15612 december 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De bescherming tegen strafvervolging uit artikel 31 Vluchtelingenverdrag strekt zich analoog uit tot een vreemdeling aan wie subsidiaire bescherming is verleend op grond van art. 29 lid 1 sub b Vw 2000. Het OM is daarom niet-ontvankelijk in de vervolging wegens documentfraude (art. 231 Sr).

Rechtbank Den Haag10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:9885 - Rechtbank Den Haag - 24 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:988524 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:6865 - Rechtbank Den Haag - 5 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:68655 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:6803 - Rechtbank Den Haag - 2 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:68032 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:336 - Rechtbank Den Haag - 1 januari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:3361 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:21068 - Rechtbank Den Haag - 19 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2106819 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:14301 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:143015 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:6374 - Rechtbank Den Haag - 24 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:637424 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1663 - Raad van State - 23 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:166323 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak