Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verblijf
Afdeling 2. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier
Paragraaf 2. Geldigheidsduur
Artikel 3.57Artikel 3.57
Laatste versie
1. De verblijfsvergunning, die met toepassing van artikel 14, tweede lid, van de Wet ambtshalve wordt verleend, wordt verleend met ingang van de dag na de dag waarop de machtiging tot voorlopig verblijf aan de vreemdeling in persoon is afgegeven.
2. In afwijking van het eerste lid, kan de verblijfsvergunning worden verleend met ingang van de dag die bij de afgifte van de machtiging tot voorlopig verblijf is opgegeven als de dag waarop de vreemdeling Nederland zal inreizen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
1 uitspraak gevonden