Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verblijf
Afdeling 5. De verblijfsvergunning asiel
Paragraaf 1. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
Artikel 3.105cArtikel 3.105c
Laatste versie
Aan de vreemdeling die aannemelijk heeft gemaakt dat hij verdragsvluchteling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Wet is, kan verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van die toelatingsgrond slechts worden geweigerd, indien: a. er goede redenen bestaan om de vreemdeling te beschouwen als een gevaar voor de nationale veiligheid; of b. de vreemdeling bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de gemeenschap.
Gerelateerde rechtspraak
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2024:13018 - Rechtbank Den Haag - 1 augustus 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:13018•1 augustus 2024•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2024:4222 - Rechtbank Den Haag - 25 maart 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:4222•25 maart 2024•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2024:1042 - Rechtbank Den Haag - 29 januari 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:1042•29 januari 2024•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag
ECLI:NL:RBDHA:2024:1045 - Rechtbank Den Haag - 29 januari 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:1045•29 januari 2024•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak