Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk V. De binnenvisserij
Afdeling I
§ 5. Huur en verhuur van visrecht
Artikel 25

Artikel 25

Laatste versie

1 Elke overeenkomst van huur en verhuur van visrecht van enig water, zomede elke overeenkomst tot wijziging of aanvulling van zodanige overeenkomst, moet schriftelijk worden aangegaan.

2 Indien de overeenkomst niet schriftelijk is aangegaan, kan de meest gerede partij bij de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin het viswater of het grootste gedeelte daarvan gelegen is, de schriftelijke vastlegging daarvan vorderen.

3 Tegen het vonnis van de kantonrechter staat geen hogere voorziening open.

4 De griffier van de rechtbank zendt binnen veertien dagen na de uitspraak, waarbij de overeenkomst schriftelijk is vastgelegd, drie gewaarmerkte afschriften van het vonnis aan de Kamer.