Artikel 6
De centrale autoriteit van de aangezochte Staat, of de daarvoor door die Staat aangewezen autoriteit, maakt een verklaring op die moet overeenstemmen met het modelformulier voor zodanige verklaringen, dat als bijlage aan dit Verdrag is toegevoegd. De verklaring behelst dat aan de aanvrage uitvoering is gegeven en vermeldt tevens de vorm waarin, de plaats waar en het tijdstip waarop dit is geschied, alsmede de persoon aan wie het stuk is afgegeven. In voorkomend geval worden in de verklaring de omstandigheden vermeld die de uitvoering van de aanvrage hebben belet. Indien de verklaring niet is opgemaakt door de centrale autoriteit of een rechterlijke autoriteit, kan de aanvrager verlangen dat zij door een van deze autoriteiten voor gezien wordt getekend. De verklaring wordt rechtstreeks toegezonden aan de aanvrager.