Artikel 11. Vorming van het fonds
1 Iedere persoon, die aansprakelijk gehouden wordt, kan een fonds vormen bij de rechterlijke of andere bevoegde autoriteit in iedere bij dit Verdrag Partij zijnde Staat, waarin een rechtsgeding aanhangig wordt gemaakt met betrekking tot voor beperking vatbare vorderingen. Het fonds wordt gevormd ten belope van de in de artikelen 6 en 7 genoemde bedragen die van toepassing zijn op de vorderingen waarvoor die persoon aansprakelijk kan zijn, vermeerderd met de rente daarover te rekenen vanaf de datum van het voorval dat tot de aansprakelijkheid heeft geleid, tot aan de datum waarop het fonds wordt gevormd. Elk aldus gevormd fonds is uitsluitend bestemd voor de voldoening van vorderingen met betrekking waartoe beperking van aansprakelijkheid kan worden ingeroepen.
2 Een fonds kan worden gevormd, hetzij door het storten van de geldsom, hetzij door het stellen van een garantie, die aanvaardbaar is volgens de wetgeving van de bij dit Verdrag Partij zijnde Staat waar het fonds wordt gevormd en die door de rechterlijke of andere bevoegde autoriteit voldoende wordt geacht.
3 Een fonds dat is gevormd door een van de personen genoemd in het eerste lid, letter a, b of c, of in het tweede lid van artikel 9, dan wel door zijn verzekeraar wordt geacht te zijn gevormd door alle respectievelijk in het eerste lid, letter a, b of c of het tweede lid genoemde personen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:956 - Rechtsmacht en fondsvorming: de wisselwerking tussen LLMC en Brussel I-bis
Artikel 11 LLMC creëert zelf geen rechtsmacht, maar stelt de voorwaarde dat er een rechtsgeding aanhangig is. Rechtsmacht voor een verzoek tot fondsvorming moet berusten op een externe grondslag, zoals de Verordening Brussel I-bis of het commune bevoegdheidsrecht.