Artikel 5
1. De bevoegdheden die Onze Minister heeft op grond van de artikelen 26, eerste lid, 27, eerste lid, 28, vierde lid, en 29 van de wet, worden overgedragen aan De Nederlandsche Bank N.V., de Stichting Autoriteit Financiële Markten, de kansspelautoriteit en het Bureau Financieel Toezicht.
2. Aan de overdracht van bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, worden de volgende voorschriften verbonden:
a. de personen, bedoeld in het eerste lid, verstrekken onverwijld aan Onze Minister op zijn verzoek alle inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de nakoming van internationale afspraken en verplichtingen of voor een onderzoek naar de toereikendheid van de wet; b. de personen, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan de totstandkoming van procedurele afspraken met betrekking tot de handhaving tussen hen en de betrokken ministeries en andere overheidsinstellingen; c. de personen, bedoeld in het eerste lid, maken afspraken met andere personen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de wet over de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling ten behoeve van de uitoefening van de door dit besluit overgedragen bevoegdheden.
Details
[Regeling vervallen per 25-07-2018]