Artikel 20
1 De bladen van het repertorium van de notaris moeten door de inspecteur zijn genummerd en gewaarmerkt en hiervan moet door hem aan het hoofd van het repertorium een gedagtekende en ondertekende verklaring zijn gesteld.
2 De inschrijvingen vermelden kolomsgewijs voor elke akte:
a. een per jaar doorlopend volgnummer;
b. de dagtekening,
c. de aard van de akte;
d. de naam, voornamen en woonplaats van ten minste één van de bij de akte opgetreden partijen;
e. of het een in minuut dan wel een in originali verleden akte betreft;
f. de dagtekening van de registratie, wanneer deze heeft plaatsgehad.
3 De inschrijvingen moeten duidelijk en zonder het openlaten van tussenruimten geschieden. Er mogen geen letters of cijfers uit worden weggeschrapt of op andere wijze uit worden verwijderd, geen overschrijvingen in geschieden en geen doorhalingen in worden aangebracht zonder dat het doorgehaalde behoorlijk leesbaar blijft.
4 Aan het begin van ieder jaar wordt een nieuw repertorium aangelegd.
5 Een opvolger van de notaris legt een nieuw repertorium aan; een plaatsvervanger zet het repertorium voor het lopende jaar voort.
6 De inspecteur stelt van de naziening, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, een verklaring in het repertorium.
Details
[Regeling vervallen per 15-10-2013]