Terug naar bibliotheek
Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van scholingArtikel 15. Subsidievaststelling

Artikel 15. Subsidievaststelling

Laatste versie

1. De subsidieaanvrager die een aanvraag indient in het eerste of tweede aanvraagtijdvak, dient uiterlijk 31 maart 2022 om 17.00 uur een verzoek tot vaststelling van subsidie in door middel van een door de minister beschikbaar gesteld elektronisch formulier op de website www.mijnuitvoeringvanbeleidszw.nl.

2. De subsidieaanvrager die een aanvraag indient in het derde aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 11a, dient uiterlijk 30 juni 2023 om 17.00 uur een verzoek in tot vaststelling van subsidie op dezelfde wijze als beschreven in het eerste lid.

3. Onverminderd artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in een aanvraag tot subsidievaststelling vermeld:

a. het KvK-nummer van de subsidieontvanger; b. de contactgegevens van de subsidieontvanger; c. het bankrekeningnummer waarop de subsidieontvanger betalingen van de minister op grond van deze regeling wenst te ontvangen; en d. het gerealiseerd aantal scholingstrajecten, verdeeld naar categorie, alsmede het hiermee gemoeide subsidiebedrag.

4. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling worden in elk geval meegezonden:

a. een specificatie van de gegeven scholing per opleider, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d inclusief het KvK-nummer en contactgegevens van alle opleiders binnen een opleiderscollectief of samenwerkingsverband; b. een overzicht met het BSN van de betrokken deelnemers; c. een assurancerapport als bedoeld in artikel 7.5 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS; en d. een evaluatieverslag als bedoeld in artikel 16.

5. De subsidieontvanger kan, wanneer hij voorziet dat minder dan 60% van het aantal scholingstrajecten zoals vermeld in de beschikking tot subsidieverlening zal worden gerealiseerd, voor het einde van de periode, bedoeld in artikel 13, tweede lid, onderdeel a, maar uiterlijk tot 1 november 2021 een verzoek tot wijziging van het besluit tot subsidieverlening indienen.

6. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van subsidieaanvragers voor het derde aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 11a, met dien verstande dat in plaats van '1 november 2021' wordt gelezen '1 februari 2023'.

7. Indien bij het indienen, dan wel bij het controleren van de aanvraag tot subsidievaststelling blijkt, dat minder dan 60% van het aantal scholingstrajecten, genoemd in de afgegeven beschikking tot subsidieverlening, is gerealiseerd, en dit tekort aan gerealiseerde trajecten naar het oordeel van de minister de subsidieaanvrager kan worden aangerekend, kan het subsidiebedrag op nihil worden vastgesteld.

Details

[Regeling vervallen per 01-07-2023]