Artikel 6:6:37 (Rechterlijke beslissingen tenuitvoerlegging jeugdigen)
1. De volgende beslissingen worden bij beschikking genomen, nadat de veroordeelde en indien deze minderjarig is, ook degenen die het gezag over hem uitoefenen, zijn gehoord of behoorlijk opgeroepen:
a. de beslissing ter zake van verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen; b. de beslissing ter zake van verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen; c. de beslissing ter zake van tijdelijke opneming in een justitiële jeugdinrichting; d. de beslissing ter zake van verlenging van de termijn van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige.
2. Door vernummering vervallen.
3. Indien de rechter een beslissing, bedoeld in het eerste lid, onder b, overweegt, wordt het slachtoffer bedoeld in artikel 51e, tweede lid, in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen, voor zover gedurende het onderzoek de voorwaarden waaronder een verlenging of beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting van jeugdigen kan worden opgelegd inhoudelijk worden besproken. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
3. Het openbaar ministerie en de veroordeelde kunnen beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tegen:
a. de beslissingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d; b. de beslissing ter zake van terugplaatsing in een inrichting; c. de beslissing ter zake van omzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen in de maatregel tot terbeschikkingstelling.
4. De artikelen artikel 6:6:11, vierde lid, en 6:6:15 tot en met 6:6:17 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De volgende beslissingen worden bij beschikking genomen, nadat de veroordeelde en indien deze minderjarig is, ook degenen die het gezag over hem uitoefenen, zijn gehoord of behoorlijk opgeroepen:
Dit lid stelt dat de hierna genoemde beslissingen genomen moeten worden in de vorm van een beschikking. Dit gebeurt pas nadat de veroordeelde persoon is gehoord, of in ieder geval correct is opgeroepen voor een gehoor. Als de veroordeelde minderjarig is, moeten ook de personen die het gezag over de minderjarige uitoefenen, worden gehoord of behoorlijk worden opgeroepen.
a. de beslissing ter zake van verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
Dit betreft de beslissing over het verlengen van de maatregel waarbij een jeugdige in een speciale inrichting voor jeugdigen is geplaatst.
b. de beslissing ter zake van verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
Dit gaat om de beslissing over het verlengen van de periode waarin de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voorwaardelijk is beëindigd.
c. de beslissing ter zake van tijdelijke opneming in een justitiële jeugdinrichting;
Dit betreft de beslissing over het tijdelijk opnemen van een jeugdige in een justitiële jeugdinrichting.
d. de beslissing ter zake van verlenging van de termijn van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige.
Dit betreft de beslissing over het verlengen van de duur van een maatregel die gericht is op het gedrag van de jeugdige.
2. Door vernummering vervallen.
Dit lid geeft aan dat de oorspronkelijke inhoud van dit lid is komen te vervallen als gevolg van een vernummering van de wetsartikelen.
3. Indien de rechter een beslissing, bedoeld in het eerste lid, onder b, overweegt, wordt het slachtoffer bedoeld in artikel 51e, tweede lid, in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen, voor zover gedurende het onderzoek de voorwaarden waaronder een verlenging of beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting van jeugdigen kan worden opgelegd inhoudelijk worden besproken. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
Dit lid bepaalt dat als de rechter overweegt om een beslissing te nemen zoals genoemd in het eerste lid, onderdeel b (verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de plaatsing in een jeugdinrichting), het slachtoffer, zoals gedefinieerd in artikel 51e, tweede lid, in de gelegenheid gesteld wordt een verklaring af te leggen. Dit geldt voor zover gedurende het onderzoek de voorwaarden waaronder een verlenging of beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting van jeugdigen kan worden opgelegd inhoudelijk worden besproken. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
3. Het openbaar ministerie en de veroordeelde kunnen beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tegen:
Dit lid stelt dat zowel het openbaar ministerie als de veroordeelde persoon de mogelijkheid hebben om beroep aan te tekenen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tegen de hieronder gespecificeerde beslissingen.
a. de beslissingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d;
Dit betreft de mogelijkheid tot beroep tegen de beslissingen, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdelen a (verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen), b (verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen), en d (verlenging van de termijn van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige).
b. de beslissing ter zake van terugplaatsing in een inrichting;
Dit betreft de mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing inzake de terugplaatsing in een inrichting.
c. de beslissing ter zake van omzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen in de maatregel tot terbeschikkingstelling.
Dit betreft de mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing inzake de omzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen in de maatregel tot terbeschikkingstelling.
4. De artikelen artikel 6:6:11, vierde lid, en 6:6:15 tot en met 6:6:17 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat artikel 6:6:11, vierde lid, en de artikelen 6:6:15 tot en met 6:6:17 op een vergelijkbare wijze van toepassing zijn. Dit betekent dat de regels en procedures uit die genoemde artikelen ook hier relevant zijn en toegepast moeten worden.