Artikel 51i (Deskundige benoeming opdracht verslag kwalificaties)
1. Op de wijze bij de wet bepaald wordt een deskundige benoemd met een opdracht tot het geven van informatie over of het doen van onderzoek op een terrein, waarvan hij specifieke of bijzondere kennis bezit.
2. Bij de benoeming worden de opdracht die ten behoeve van het onderzoek in de strafzaak moet worden vervuld en de termijn binnen welke de deskundige het schriftelijk verslag uitbrengt, vermeld.
3. Aan de deskundige wordt tevens opgedragen naar waarheid, volledig en naar beste inzicht verslag uit te brengen.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de kwalificaties waarover bepaalde deskundigen moeten beschikken en over de wijze waarop in de overige gevallen de specifieke deskundigheid van personen kan worden bepaald of getoetst.
Uitleg in duidelijke taal
1. Op de wijze bij de wet bepaald wordt een deskundige benoemd met een opdracht tot het geven van informatie over of het doen van onderzoek op een terrein, waarvan hij specifieke of bijzondere kennis bezit.
Dit lid stelt dat een deskundige wordt benoemd op de wijze zoals bij de wet bepaald. Deze benoeming gaat gepaard met een opdracht om informatie te geven over of onderzoek te doen op een terrein waarvan hij specifieke of bijzondere kennis bezit.
2. Bij de benoeming worden de opdracht die ten behoeve van het onderzoek in de strafzaak moet worden vervuld en de termijn binnen welke de deskundige het schriftelijk verslag uitbrengt, vermeld.
Dit lid specificeert dat bij de benoeming van de deskundige melding moet worden gemaakt van de opdracht die ten behoeve van het onderzoek in de strafzaak moet worden vervuld. Ook de termijn waarbinnen de deskundige het schriftelijk verslag uitbrengt, moet worden vermeld.
3. Aan de deskundige wordt tevens opgedragen naar waarheid, volledig en naar beste inzicht verslag uit te brengen.
Dit lid bepaalt dat aan de deskundige tevens wordt opgedragen om naar waarheid, volledig en naar beste inzicht verslag uit te brengen.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de kwalificaties waarover bepaalde deskundigen moeten beschikken en over de wijze waarop in de overige gevallen de specifieke deskundigheid van personen kan worden bepaald of getoetst.
Dit lid stelt dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld. Deze regels betreffen de kwalificaties waarover bepaalde deskundigen moeten beschikken en de wijze waarop in de overige gevallen de specifieke deskundigheid van personen kan worden bepaald of getoetst.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RBAMS:2024:4954 - Rechtbank Amsterdam - 6 juni 2024
ECLI:NL:PHR:2024:928 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2024
ECLI:NL:HR:2019:1476 - Horen van een deskundige zonder voorafgaande formele benoeming is toegestaan - 30 september 2019
Een rechter mag een persoon als deskundige ter zitting horen, ook als deze niet voorafgaand formeel is benoemd met een specifieke onderzoeksopdracht conform art. 51i Sv. De rechter heeft de bevoegdheid om op basis van art. 299 Sv iemand op te roepen vanwege diens specifieke kennis.