Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel IV. Wraking en verschoning van rechters
Artikel 513

Artikel 513 (Procedure en vereisten wrakingsverzoek)

Laatste versie

1. Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.

2. Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. Tijdens de terechtzitting kan het ook mondeling geschieden.

3. Alle feiten of omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen.

4. Een volgende verzoek om wraking van dezelfde rechter wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

5. Geschiedt het verzoek ter terechtzitting, dan wordt de terechtzitting geschorst.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.

Dit lid bepaalt dat het verzoek tot wraking moet worden ingediend op het moment dat de feiten of omstandigheden die aanleiding geven tot het verzoek, bij de verzoeker bekend zijn geworden.

2. Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. Tijdens de terechtzitting kan het ook mondeling geschieden.

Dit lid stelt dat het verzoek in principe schriftelijk moet gebeuren en gemotiveerd moet zijn. Echter, als het verzoek tijdens de terechtzitting wordt gedaan, kan dit ook mondeling geschieden.

3. Alle feiten of omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen.

Dit lid vereist dat alle feiten of omstandigheden die de grondslag vormen voor het wrakingsverzoek, tegelijk moeten worden voorgedragen.

4. Een volgende verzoek om wraking van dezelfde rechter wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

Dit lid bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling genomen zal worden. Een uitzondering hierop is tenzij er feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

5. Geschiedt het verzoek ter terechtzitting, dan wordt de terechtzitting geschorst.

Dit lid schrijft voor dat indien het verzoek tot wraking ter terechtzitting wordt gedaan, de terechtzitting dan geschorst wordt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad151x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1770 - Wraking van de wrakingskamer: misbruik van recht doorbreekt wrakingsregels

ECLI:NL:HR:2018:177025 september 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een wrakingskamer een verzoek tot wraking van haar eigen leden buiten behandeling mag laten bij evident misbruik. Dit vormt een uitzondering op de regel dat een rechter niet over zijn eigen wraking beslist, om ongerechtvaardigd oponthoud te voorkomen.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:370 - Wrakingsverzoek door zittingsrechter zelf: Hoge Raad stelt terughoudende grenzen

ECLI:NL:HR:2021:37016 maart 2021Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

Een zittingsrechter mag een wrakingsverzoek slechts in uitzonderlijke, wettelijk omschreven gevallen zelf buiten behandeling laten. De Hoge Raad benadrukt dat hierbij terughoudendheid is geboden en de beslissing deugdelijk moet worden gemotiveerd, anders leidt dit tot vernietiging van de uitspraak.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BJ9926

ECLI:NL:HR:2010:BJ992613 april 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BO2966

ECLI:NL:HR:2010:BO296614 december 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2397 - Wraking van reservist-raadsheren: een verruiming van het begrip 'behandelen'

ECLI:NL:HR:2018:239721 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat ook 'reservist'-raadsheren, die enkel deelnemen aan beraadslagingen ter bevordering van de rechtseenheid, gewraakt kunnen worden. Hun deelname is 'rechterlijke bemoeienis' (art. 512 Sv), maar levert op zichzelf geen grond voor (schijn van) partijdigheid op.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BR1143

ECLI:NL:HR:2012:BR114310 januari 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO6270

ECLI:NL:HR:2004:AO627023 maart 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:ZD2844

ECLI:NL:HR:2002:ZD284423 april 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2018:2439

ECLI:NL:HR:2018:24394 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2001:ZD2765

ECLI:NL:HR:2001:ZD27656 november 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak