Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel II. Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen
Tweede afdeling. Strafvordering in zaken betreffende personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt
Artikel 488

Artikel 488 (Toepassingsbereik strafvordering jeugdigen)

Laatste versie

1. De bepalingen van dit wetboek zijn van toepassing voor zover deze afdeling geen afwijkende bepalingen bevat.

2. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op personen die ten tijde van het begaan van het feit de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, voor zover deze Titel geen afwijkende bepalingen bevat.

3. De bepalingen van deze afdeling die betrekking hebben op de ouders of voogd, zijn alleen van toepassing, zolang de verdachte minderjarig is.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bepalingen van dit wetboek zijn van toepassing voor zover deze afdeling geen afwijkende bepalingen bevat.

Dit lid bepaalt dat de regels uit het Wetboek van Strafvordering (aangeduid als "dit wetboek") van kracht zijn, behalve als "deze afdeling" (de Tweede afdeling, handelend over strafvordering tegen personen onder de achttien jaar) specifieke regels bevat die daarvan afwijken. In dat geval hebben de afwijkende bepalingen van deze afdeling voorrang.

2. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op personen die ten tijde van het begaan van het feit de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, voor zover deze Titel geen afwijkende bepalingen bevat.

Dit lid stelt dat de regels van "deze afdeling" gelden voor personen die op het moment van het plegen van het strafbare feit jonger dan achttien jaar waren. Dit is echter alleen het geval indien "deze Titel" (Titel II, handelend over strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen) geen bepalingen bevat die hiervan afwijken en dus voorrang hebben.

3. De bepalingen van deze afdeling die betrekking hebben op de ouders of voogd, zijn alleen van toepassing, zolang de verdachte minderjarig is.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen binnen "deze afdeling" die specifiek over de ouders of de voogd van de verdachte gaan, uitsluitend gelden zolang de verdachte nog de status van minderjarige heeft.