Artikel 467 (Procedure herzieningsaanvraag Hoge Raad kamers)
1. De herzieningsaanvraag wordt in behandeling genomen op een openbare terechtzitting voor strafzaken van de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad.
2. De enkelvoudige kamer verwijst een zaak naar de meervoudige kamer:
a. wanneer de raadsman van de gewezen verdachte te kennen geeft de herzieningsaanvraag mondeling te willen toelichten; b. wanneer zij de dag voor de uitspraak bepaalt; c. wanneer zij verwijzing wenselijk acht.
3. De meervoudige kamer verwijst een zaak wederom naar de enkelvoudige kamer, indien dat in enige stand van het geding nodig is.
Uitleg in duidelijke taal
1. De herzieningsaanvraag wordt in behandeling genomen op een openbare terechtzitting voor strafzaken van de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad.
Dit lid bepaalt dat een herzieningsaanvraag in behandeling wordt genomen tijdens een openbare terechtzitting. Deze terechtzitting is specifiek voor strafzaken en wordt gehouden door de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad.
2. De enkelvoudige kamer verwijst een zaak naar de meervoudige kamer:
Dit deel specificeert dat de enkelvoudige kamer een zaak doorverwijst naar de meervoudige kamer onder de volgende omstandigheden:
a. wanneer de raadsman van de gewezen verdachte te kennen geeft de herzieningsaanvraag mondeling te willen toelichten;
Een verwijzing vindt plaats wanneer de raadsman van de gewezen verdachte aangeeft dat hij de herzieningsaanvraag mondeling wil toelichten.
b. wanneer zij de dag voor de uitspraak bepaalt;
Verwijzing gebeurt ook wanneer de enkelvoudige kamer de dag vaststelt waarop de uitspraak zal worden gedaan.
c. wanneer zij verwijzing wenselijk acht.
Tot slot verwijst de enkelvoudige kamer een zaak als zij een dergelijke verwijzing als wenselijk beschouwt.
3. De meervoudige kamer verwijst een zaak wederom naar de enkelvoudige kamer, indien dat in enige stand van het geding nodig is.
Dit lid stelt dat de meervoudige kamer een zaak opnieuw kan terugverwijzen naar de enkelvoudige kamer, als dat op enig moment in de procedure (in enige stand van het geding) noodzakelijk blijkt.