Artikel 442 (Ondertekening arrest en melding verhindering)
1. Het arrest wordt ondertekend door de voorzitter en de raadsheren die over de zaak hebben geoordeeld, alsmede door de griffier die bij de beraadslaging tegenwoordig is geweest.
2. Indien een of meer van diegenen die over de zaak hebben geoordeeld daartoe buiten staat zijn dan wel de griffier die bij de beraadslaging tegenwoordig is geweest daartoe buiten staat is, wordt hiervan aan het slot van het arrest melding gemaakt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het arrest wordt ondertekend door de voorzitter en de raadsheren die over de zaak hebben geoordeeld, alsmede door de griffier die bij de beraadslaging tegenwoordig is geweest.
Dit lid bepaalt dat het arrest moet worden ondertekend door de voorzitter en de raadsheren die een oordeel over de zaak hebben gevormd. Daarnaast moet ook de griffier die aanwezig was bij de beraadslaging het arrest ondertekenen.
2. Indien een of meer van diegenen die over de zaak hebben geoordeeld daartoe buiten staat zijn dan wel de griffier die bij de beraadslaging tegenwoordig is geweest daartoe buiten staat is, wordt hiervan aan het slot van het arrest melding gemaakt.
Dit lid stelt dat als één of meer van de personen die over de zaak hebben geoordeeld niet in staat zijn te ondertekenen, of als de griffier die bij de beraadslaging aanwezig was niet in staat is te ondertekenen, hiervan een vermelding moet worden gemaakt aan het einde van het arrest.